Steeds vaker gaan we taalkundig van bil. Hoe vaak lees je tegewooordig niet dat iets ‘billenknijpen’ is? Zo knepen de dames van voetballend Oranje vorige week naar eigen zeggen hun billen in afwachting van de uitslag Frankrijk-Duitsland. In mijn tijd zou je zoiets niet gauw zeggen, maar tegenwoordig is het een doodgewone uitdrukking.
Ernst Kuipers zei laatst dat de kinderhartchirurgen zich moeten schamen tot in hun bilnaad. Die kende ik nog niet, ook al heb ik me vaak geschaamd, bijv. toen ik als aspirant-puber in een schoenenwinkel stond naast mijn moeder, die tegen de verkoper zei: ‘Ik wil graag voor deze jongeman een paar stevige molières’. Ik kon wel door de grond gaan.
Mijn moeder deed ook maar haar best, dus nu schaam ik me voor die schaamte. Maar hoe diep?
Ik ging met mijn rug naar de spiegel staan, bukte me en keek tussen mijn benen door. En jawel hoor, ik schaam me tot in mijn bilnaad, ik zag het duidelijk. Ik adviseer iedereen mijn voorbeeld te volgen. Broek uit en kijken maar. Wie weet schaamt u zich ook ergens diep voor en zo ziet u uw schaamdelen, what ’s in a name, ook eens van een andere kant. Spoiler: de bilnaad loopt er vloeiend (niet naadloos) in over.
Kuipers verpatste zijn ministerspost schaamteloos voor een professoraat in Singapore. Hij beweert dat hij na zijn ontslagname nog moest solliciteren. Ja, formeel misschien. Die Kuipers. Gebruikt het kabinet als duiventil en nog flauwe smoesjes ook. Met de billen bloot, Ernst, en bukken maar!
Annie M.G.
Jaren vijftig, mijn kinderjaren. Bil was een gewaagd woord. In het gedicht ‘Ik ben lekker stout’ laat Annie M.G. Schmidt een jongetje spreken dat het braaf zijn moe is en voortaan uitsluitend ondeugend wil zijn. De laatste regel luidt:
”En als ze kwaad zijn zeg ik: Bil!
Stouter kon haast niet.
2 reacties
Annie M.G. had wel vaker dit soort ondeugende bloemrijke tekstvondsten: ” wie wil er een stekkie, een stekkie, een stekkie, van de (fuck, fuck) fuchsia”. Het schijnt dat ze daar zelf altijd keihard (tot in haar bilnaad?) om moest lachen.
Ha Piter, wat ben ik blij dat je weer begonnen bent met je originele bespiegelingen op hedendaagse verschijnselen. En zonder zure ondertonen. Als ik met een een leergierige nieuwkomer praat over uitdrukkingen in onze taal, dan vraagt ze: ‘Kun je die uitdrukking alleen gebruiken bij iets negatiefs?’ Ik zal de bilnaad uitdrukking er bij haar ook eens ingooien. Mag ik blij zijn tot in mijn bilnaad met deze column?