Om de gemeente te bereiken moet ik eerst een algemeen nummer intoetsen. Daarna vraagt een blikken stem me de gemeentenaam in te spreken, zodat ik doorverbonden kan worden. Na twee keer lukt dat meestal wel. Dan krijg ik een bandje waarop een vrouwenstem mij vertelt dat ik vanwege de grote drukte mogelijk langer dan normaal moet wachten voordat ik te woord kan worden gestaan. De stem bedankt mij vervolgens voor mijn begrip.
Tegen die tijd ben ik al licht geërgerd. Hoe komen ze er bij dat ik begrip heb? Mij is niets gevraagd. Ze kennen me niet eens. Het enige dat ik begrijp is dat ze het zichzelf zo gerieflijk mogelijk maken. De beller is de sluitpost, dat weten ze zelf ook, anders zou er geen begrip nodig zijn. De stem vertelt vervolgens dat de wachttijd ‘op dit moment’ acht minuten kan bedragen. Natuurlijk kan ik ook later nog eens bellen, zegt de stem. Alsof ik dat niet zelf kan bedenken. Overduidelijk houden ze me voor een randdebiel. Randdebielen staan er om bekend dat ze een en al begrip zijn.
Allertreurigst
Als ik blijf hangen komt er muziek tevoorschijn van de allertreurigste soort. Over smaak valt niet te twisten, dat wil ik nog wel toegeven, misschien zijn er andere randdebielen die genieten van dat steeds herhaalde dreuntje, maar dring me verdomme niks op. Als ik muziek wil horen regel ik dat zelf wel. Na vijf minuten muzikaal gezeik word ik toch nog verbonden met een echte vrouw.

Er loopt een streepje door ons heen…
Levensvreugd
Ik noem de naam van degene die ik wil spreken en moet vervolgens bijna mijn hele doopceel lichten. Dit verhaal heb ik al vier keer eerder verteld. Ik weet dat de telefoniste handelt volgens instructies, ze kan er niets aan doen en ik wil mijn boodschap kwijt. Daarom zet ik lijdzaam mijn probleem opnieuw uiteen. Als ze het heeft begrepen vraagt ze me even geduld. Voordat ik ja of nee kan zeggen: muziek! Een ander deuntje, hetzelfde allooi. Als ik eindelijk de persoon die ik wil spreken aan de lijn krijg kan ik terugkijken op een kwartier gederfde levensvreugd. En dan heb ik nog de mazzel dat ik niet eerst nog gestuit ben op een keuzemenu, zoals bij de huisarts, de apotheek en de garage. ‘Om u nòg beter te kunnen helpen’.
En ze hielpen al zo fantastisch.
Servicemoment
Dat het nòg geraffineerder kan werd ik deze week gewaar bij Albert Heijn. Daar wilde ik afrekenen bij de zelfscankassa toen de display een steekproef aankondigde. Uiteraard bedankte ook de display voor mijn begrip. En daar kwam al een meisje aangewandeld met een scanner in de aanslag. ‘Even een servicemoment, meneer’, zei ze. Ik geloofde mijn oren niet. ‘Wat zei je daar?’ vroeg ik. ‘Even een servicemoment, meneer.’ ‘Een servicemoment? Krijg nou wat. Waarom zeg je dat? Moet dat van je chef? ‘Ja, hij zei steekproef klinkt zo onprettig.’

…..dat we ons dit laten welgevallen…..
Discutabel
Ik weet niet of AH deze nieuwe terminologie via een landelijke oekaze introduceert of dat onze filiaalchef het zelf heeft bedacht. Ik neem aan het eerste. Geloven ze echt dat dit prettiger klinkt? Weten ze wel waarom ‘even een steekproef doen’ vervelend overkomt? Ik wil het ze wel uitleggen: omdat het vervelend ís. Onprettig om niet vertrouwd te worden. Onprettig te moeten tolereren dat iemand ongevraagd in je tas graait. Mag dat zomaar? Geloven ze dat het prettiger wordt als ze dat een servicemoment noemen? Eerst schaffen ze hun bemande kassa’s af zodat jij hun werk moet doen. Vervolgens mag je je laten welgevallen dat ze je daarbij wantrouwen. En dat heet dan service. Het wordt er alleen maar erger van. Dit is geen eufemisme meer, dit is newspeak voor repressie.
Apennoten
Hoe meer ik erover nadenk, hoe beter ik begrijp dat ik zeur. Dit is de tijdgeest. Tegenwoordig rekent iedereen naar zich toe. Ze schofferen je en incasseren ongevraagd je begrip. Ze behandelen je als dief en noemen dat service. Zo kan ik het ook. Als ik voortaan met mijn volle boodschappenkar bij de zelfscankassa sta reken ik alleen dat ene zakje apennoten af omdat ik er zonder bonnetje niet uit kom. Daarna duw ik die afgeladen kar met dat apenbonnetje zo door dat hekje de winkel uit. Maklijk zat, ik reken op hun begrip. Mocht zich onverhoopt een servicemoment aandienen, dan vraag ik het politiemeisje van dienst alle boodschappen voor me te scannen. Net als bij een echte kassa. Uiteraard bedank ik ook haar voor haar begrip, je moet wel bij de tijd blijven. Zo leren ze weer wat service inhoudt. Kleine moeite, graag gedaan, zie het als een servicemoment.
1 reactie
Wat fijn om mij in het goede gezelschap van deze randdebiel te bevinden. Maar het valt mee hoor Zijzee.
Zo maar midden in de week een bericht en niet op de vroege ochtend, maar op de late middag. Flexibiliteit heb je genoeg. Je treft wel bijzonder goed hoe we ons kunnen ergeren, wanneer we als kleine kinderen worden aangesproken. Doe gewoon, dan doe je gek genoeg. We willen een bedrijf of organisatie gewoon met vragen kunnen bellen. Gewoon antwoord krijgen op een eenvoudige vraag. We moeten geloven dat alles digitaal allemaal beter is geworden, maar het is vooral kosten besparend. De menselijke maat is weg. Het is waarschijnlijk de tijd. Het zij zo, Zijzee.
Troost je: je hoeft je geen randdebiel te voelen. Wanneer toch: wees ervan overtuigd dat in dat geval in goed gezelschap bent en met velen.