Harry Tupan heb ik leren kennen in Assen toen hij het Pijprokersgilde oprichtte. Tupan begon als stagiair bij het Drents Museum, vertrok er nooit meer en klom op tot directeur.
Samen met een mede-oprichter stond Harry Tupan in 1985 met zijn pijprokersgilde in het Nieuwsblad van het Noorden. Je had het kunnen zien aankomen: twee jaar daarvoor had hij al de tentoonstelling Wolken van genot georganiseerd, waar ook zijn persoonlijke verzameling kleipijpen was te bewonderen. Het nieuwe gilde had een culturele inslag, de pijp is immers een cultureel erfgoed van jewelste. Eeuwen lang is er genotzuchtig gelurkt aan niet zelden fraai vormgegeven tabaksdragers van steen, hout of been. Het gilde voelde zich echter niet te goed voor het meer profane werk en organiseerde ook wedstrijden, waarbij het er om ging wie het langst zijn pijp brandend kon houden. Ook daarmee haalde Tupan de krant.

…..goede tijden...
Terracottaleger
Geleidelijk aan werd Tupan werd steeds belangrijker voor het museum. Een hoogtepunt kwam toen hij zeventien jaar geleden het terracottaleger van Xiàn naar Assen wist te halen. Een huzarenstukje dat 370.000 bezoekers trok, zodat het museum zelfs ’s avonds de deuren open gooide. Kort na deze triomf werd ik met een clubje mensen door Tupan in hoogst eigen persoon ontvangen in het museum. Ik had de eer hem even kort te introduceren en vermeldde daarbij ook zijn pijprokersverleden.
Gepijnigd
Ik meende dat dat een leuk detail was, maar Harry reageerde gepijnigd. Hij vond het jammer dat ik hem met zoiets triviaals in verband bracht terwijl hij heus belangrijker zaken te melden had. Dat liet hij dan ook niet na, zodat wij inzicht kregen in wat er allemaal vooraf gaat aan zo’n expositie. Zoiets begint met een idee, daarna moest hij de Chinezen overhalen hun bezit uit te lenen en dan volgt de praktische afwikkeling. Voorwaar geen sinecure. Diep onder de indruk verlieten wij het museum.
Hufters
Daarna volgde nog menige prestigieuze tentoonstelling met voorwerpen uit het oude Iran, Armenië en het gebied van de Maya’s. Ik ben niet volledig. En nu dus Dacië, een oud rijk uit de Romeinse tijd dat zich uitstrekte over het grondgebied van het huidige Roemenië. Veel kostbare archeologische kunstwerken vanuit alle windstreken, vaak van goud, vonden zo hun weg naar Assen. Dat ging goed tot afgelopen weekend een stelletje hufters een bom legde onder dit verdienmodel.

……..slechte tijden……
Die gouden helm heeft al heel wat meegemaakt. In 1927 groeven nabij Cotofenesti (wie kent het niet?) de kinderen van een boer hem op. Daarna verleende hij jarenlang goede diensten als bakje om de kippen water te geven. De kinderen gebruikten hem ook als hoed. Hij kan dus wel wat hebben, maar tegen omsmelten zal hij niet bestand zijn.

…kippen moeten ook drinken….
Nachtwacht
Als ik de kranten mag geloven is Roemenië nu in rep en roer. Die helm zou deel uitmaken van de nationale trots, zoals bij ons de Nachtwacht. Welk land wil hierna zijn kunstschatten nog uitlenen aan Assen? De beveiliging van het museum was volgens Tupan goed op orde. Ik heb mijn twijfels. Beveiligers liepen er niet rond, camera’s hingen er wel. Maar wat hebben die voor zin als niemand live bovenop de beelden zit en meteen in actie komt om de onverlaten in een mum van tijd in de kraag te grijpen? U mag het zeggen, want ik heb geen journalist die vraag horen stellen of beantwoorden.
Intussen leef ik mee met Harry Tupan. Hij rookt een zware pijp en heeft dat niet verdiend.
1 reactie
Arme Harry Tupan en dat zo vlak voor zijn pensioen, zo sneu.
Maar nog erger voor de bevolking van Roemenië, heb je iets waar je trots op kan zijn als volk en nou dit..
Over die beveiliging had ik ook een vraag, want hoezo konden de dieven die vitrine zo makkelijk stukslaan? Je verwacht toch een vitrine van kogelwerend glas oid?