Eens vroeg een journalist een vooraanstaande econoom: “Wat betekent die formule eigenlijk?” De econoom antwoordde: “Ach, eigenlijk niks, maar als je er iets wiskundigs tegenaan gooit geloven de mensen eerder dat het wetenschap is.” Ik maakte daaruit op dat deze econoom het wetenschappelijk gehalte van zijn wetenschap met een korrel zout nam.
Die econoom had zo zijn eigen ideeën. Die hadden te maken met de omvang van de staatsschuld. Daar moesten we niet te zwaar aan tillen. Nu lijkt dat een open deur, maar destijds was dat nog een dingetje. Jaren zijn burgers in de westerse economieën om de oren geslagen met bezuinigingen omdat de staatsschuld niet mocht oplopen. Eigenlijk kan ik me geen andere tijden herinneren.
Medailles
Ik denk terug aan een bijeenkomst in Smilde, eind jaren tachtig, waar Erica Terpstra, toen al op reis, een wervend praatje kwam houden voor de VVD, waarvoor ze in de tweede kamer zat. Ze hield de liberale Drenten voor dat een kind begreep wat de socialistische potverteerders maar niet wilden begrijpen, namelijk dat je een dubbeltje eerst moet verdienen en dan pas kunt uitgeven. Gelukkig had ze meer verstand van zwemmen, anders had ze nooit zoveel medailles gewonnen.
Hoogtepunten
Erica Terpstra praatte andere politici na, die zich op hun beurt weer beriepen op economen. Zelf snap ik ook niks van economie. Dat verklaart vermoedelijk dat ik haar tijdens haar betoog zo glazig zat aan te staren dat het haar begon te irriteren. “Wat zit u daar toch te kijken”, voer ze onverwacht tegen mij uit. De hele zaal richtte nu de blik op mij. Aangezien journalisten leven onder het gelukkige gesternte dat ze niet deel-, maar waarnemen, reageerde ik niet, waarna de gevierde politica moeizaam haar betoog hervatte. Ach mensen, dit zijn van die kleine hoogtepunten in een moeizaam journalistenbestaan.
The sky the limit
Nu was ik in die tijd toevallig met een econoom bevriend die heel anders dan Erica dacht over bezuinigingen en staatsschulden. Hij leeft helaas niet meer, maar ik had hem graag willen horen over deze tijd, waarin the sky the limit is als het gaat over het pompen van onverdiende dubbeltjes in onze economie. Ik heb geen idee wat hij er van zou vinden. En wat vinden de Grieken ervan, die we jaren lang hebben uitgeperst voor hun eigen bestwil?
Vage notie
Mijn economische kennis strekt niet verder dan de vage notie dat mensen voor andere mensen werkjes opknappen, waar ze geld voor terug krijgen. Krijgen ze geen geld, dan is het geen economie. Mijn moeder bijvoorbeeld deed de huishouding voor niet meer dan kost en inwoning en mijn vader heeft mij nooit de kosten doorberekend die hij voor me maakte. Dat valt buiten de economische modellen, zo heb ik begrepen. Wat bezielde hen?
Zachte waarden
De Groene Amsterdammer schreef vorige week een lang artikel over oprukkende vrouwen in de economische wetenschap, die zachte en minder zachte waarden willen meerekenen die nu nog buiten beschouwing blijven. Mantelzorg bijvoorbeeld, maar ook milieuvervuiling die nu vaak niet wordt becijferd. Volgens mij heeft menig mannelijke econoom dat ook al betoogd. Misschien is zelfs Erica Terpstra het hier tegenwoordig mee eens. Het heeft echter nog niet geleid tot de nieuwe economie waar het trio mannen dat het artikel schreef zijn hoop op denkt te kunnen vestigen, omdat er tegenwoordig ook vrouwen aan het roer staan van belangrijke economische organisaties als IMF, WTO en ECB. Of, om dichter bij huis te blijven, top-functies bekleden bij Rabo, ING en ABN-Amro. Ik help het de schrijvers hopen. Hoofdeconoom Sandra Philippen van ABN-Amro heeft overigens weinig sympathie voor de Doughnut Economics van Ruth Raworth, die al de Keynes van de 21e eeuw wordt genoemd.
Theologen
Voordat ik verder verstrikt raak in economische bespiegelingen wil ik alleen nog kwijt dat het me al mijn leven lang opvalt dat economen elkaar zo vaak tegenspreken. Het lijken wel theologen. Beschrijven lukt aardig, maar voorspellen is een ander ding. Als wetenschap goud is, kun je je afvragen hoeveel karaat de economische wetenschap is. Waarmee we terug zijn bij het begin van dit stukje.
Vraag niet hoe het kan
Blog voor dwarse 70-plussers, is de ondertitel van dit blog, maar eigenlijk ben ik niet dwars maar dankbaar. Ik heb nooit honger en kou geleden. Ik ben opgegroeid in een nette buurt. Ik kon schoolgaan. Ik deed werk waar ik royaal van kon leven. Het dak boven mijn hoofd, het eten dat ik eet, de straten onder mijn voeten en het schoeisel er omheen, de fiets en de auto onder mijn kont, de computer waarop ik dit stukje tik, de stroom uit de muur, je kunt het zo gek niet bedenken of anderen hebben het voor mij bedacht, gemaakt en gebracht. Mijn tegenprestaties vallen daarbij in het niet. Vraag niet hoe het kan, ik profiteer er van!
Toch één vraagje: Wat van dit alles zou ik zijn misgelopen als er geen economen hadden bestaan?
Staathuishoudkunde
Erica Terpstra sprak in Smilde over de staathuishouding. Staathuishoudkunde is een negentiende-eeuws woord voor de economische wetenschap. Die kent tal van specialismes. Drs. P., een afgestudeerde econoom, bekwaamde zich in waterstaathuishoudkunde. Dat bracht hem tot de beroemde regels uit zijn onsterfelijke lied De Veerpont:
En als de pont zo lang was als de breedte van de stroom
Dan kon hij blijven liggen, zei me laatst een econoom.
Maar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer
Zodoende is de pont dus kort en vaart hij heen en weer.
Die econoom was hij natuurlijk zelf. Uit de behartenswaardige constateringen van de doctorandus blijkt de onmiskenbare waarde van de economie als beschrijvende wetenschap.
2 reacties
Economie is wel degelijk een wetenschap! Maar helaas worden de nuttige adviezen vaak terzijde gelegd. Het ontketenen van een oorlog vinden de meeste economen niet verstandig ook al bestaat er ook zoiets als een ‘oorlogseconomie’. Economie is een sociale historisch wetenschap waarin het menselijk handelen centraal staat. Machtsdenken, ideologieën en religies (democratieën niet uitgezonderd) bepalen in hoge mate onze ‘staathuishoudkunde’. We kunnen er niet omheen: de homo sapiens is een krijgszuchtige mensensoort die zijn territorium verdedigt of uitbreidt. Niemand kan de toekomstige economie voorspellen, ook de econometrie niet, die zijn modellen baseert op het nu of verleden. Als dat wel zo was dan kan een slimme belegger in een klap rijk worden. Jan Tinbergen, grondlegger van de econometrie, kreeg er in 1969 zijn ‘Nobelprijs’ mee. Het merkwaardige is dat Nobel de uitvinder was van dynamiet dat veel aftrek vond in de oorlogseconomie.
Ook de rest van dit magistrale lied is zeer van toepassing op al hetgeen ons beweegt in dit aards bestaan.
En als de pont dan weer zijn weg zoekt door het ruime sop
Dan komen er werktuiglijk gedachten bij me op
Zo denk ik dikwijls over het geheim van het bestaan
En dat ik op de wereld ben om heen en weer te gaan
Wij zien hier voor ons oog een onverbiddelijke wet
Want als ik niet de veerman was dan was één ander het
En zulke overdenksels heb ik nu de hele dag
Soms met een zucht van weemoed, dan weer met een holle lach
Heen en weer, etcetera.