VOOR DE NEDERLANDSE KIP IS HET PLOFFEN OF BOFFEN

Soms ontdek je tot je schande dat je van dingen die dicht bij je staan niets weet. Dat overkwam mij deze week met kippen. Ei ei, dacht ik.

Het gebeurde toen ik een stuk las waarin ene Peter van Horne werd geciteerd. Hij is een econoom die zich bij de universiteit van Wageningen meer dan veertig jaar lang op de hoenderhouderij heeft gestort. Hij adviseert regeringen en zit in internationale kippenfokkersoverlegfora. Dankzij Van Horne en de Volkskrant, die hem citeert, weet ik nu dat Nederland koploper is op het gebied van kippenwelzijn. Dat is gevolg van een afspraak met onze supermarkten dat alle verse kip die ze verkopen minstens 1 Beter-Leven-ster moet hebben. Dat is al heel geweldig, hoewel de dierenbelangenbehartigingsorganisaties het nog lang niet genoeg vinden.

Internationaal netwerk
Tegelijkertijd concurreert ons land de Ghanese kippenhouderij kapot met plofkipvlees van onze bodem. Van Horne adviseerde Ghana daarom hoge importtarieven te heffen, zoals Senegal doet, dat daarmee zijn kippensector heeft gered. Plotseling begrijp je zo’n Trump een stuk beter. Dat van Ghana stond overigens niet in dat Volkskrantstukje, ik heb het zelf opgezocht. Ik had geen benul, maar het deed me goed te vernemen dat er zo’n internationaal netwerk bestaat van lieden die zich tot in het wetenschappelijke toe ontfermen over de korte levens die voorafgaan aan de slacht van ‘het lekkerste stukjes vlees’ in spe.

….in spe….

Het plofgebeuren
De sterrenstatus betekent volgens Van Horne voor de Nederlandse verse supermarktkip een enorme sprong voorwaarts qua welzijn. Maar plofkippen worden ten onzent nog volop gefokt, diepvrieskippen zijn bijvoorbeeld altijd ploffers. Alsof zo’n kip het kan helpen dat zij wordt ingevroren. Verder zitten ze in allerlei snacks, zoals saté. Ook de catering van ziekenhuizen verlaat zich op het plofgebeuren. Dat is toch wel dan bijzonder, aangezien plofkippen vanwege problemen die voortvloeien uit hun ongezonde levensstijl veelvuldig worden besproeid met antibiotica, hetgeen een aanslag betekent op de toenemende antibiotica-resistentie waar ziekenhuisartsen altijd zo voor waarschuwen. Maar de ziekenhuisdirecties malen daar niet om. Ook niet om het feit dat veel van hun plofkippen uit Thailand en Brazilië worden geïmporteerd. Het kan immers altijd nòg goedkoper. Wij op onze beurt zetten dan weer plofkippen af in Engeland en Duitsland. En Ghana natuurlijk. Het is een wondere wereld.

Lebensraum
Plofkippen leven 35 dagen in het donker en wegen dan 2,5 kilo. Daarna zakken ze door hun poten en komt de verlossing van de slacht. Nee, dan de kippen met één BL-ster. Die leven maar liefst 56 dagen en hebben het veel fijner. Deze bofkippen delen met z’n tienen één vierkante meter en hebben daarmee twee keer zoveel Lebensraum als hun plofcollega’s. Het is pure verwennerij. En alsof het niet op kan krijgen ze ook nog eens daglicht en mogen ze een stukje lopen. Overdekt weliswaar, want niet iedere kip heeft de onmetelijke mazzel van twee- en driesterrenkippen, die zelfs een beetje in de open lucht mogen scharrelen. Je zou er jaloers van worden, ware het niet dat ze vaak moeten worden opgehokt vanwege de vogelgriep. Soms worden ze om die reden zelfs bij duizenden tegelijk geruimd. Het kan nu eenmaal niet altijd meezitten.

Duizenden eieren
Artikelen over kippen kom ik niet vaak tegen, maar ik moet u bekennen dat ik er meteen op aansla. Dat is vooral omdat ik dol ben op hun eieren. Ik heb er bij mijn leven duizenden verorberd en het verveelt nooit. Sinds ze bestaan koop ik altijd biologische eieren, vanuit de hoop dat biologische legkippen een mooi leven hebben. Natuurlijk hoop ik ook dat hun eieren lekkerder smaken. Mag ik misschien ook een graantje meepikken van hun betere leven? Ze eindigen tenslotte als soepkip, maar dan kunnen ze tenminste terugkijken op een gelukkige jeugd. (Verder brengen ze het niet).

Eerst de kip, dan het ei
Nu was er laatst het alarmerende nieuws dat de RIVM hobbykippenhouders adviseert hun eigen eitjes niet meer te eten omdat er teveel pfas in zit. Dat komt doordat hun kippen altijd buiten lopen en dan wormpjes en torretjes en ander klein gedierte oppikken, die dat spul met zich meedragen. Die pfas, moet u weten, verhuist van de industrie naar de bodem, vandaar naar het bodemleven, dan naar de kip, vervolgens naar het het ei (eerste komt de kip dus, dan pas het ei, weten we dat ook) en tenslotte naar de mens, de schepper van de pfas. Zo is de cirkel rond. Noem het de pfas-cyclus. Het lijkt me nogal een drama voor de bona fide hobbykippenhouder, maar we zitten er allemaal aan vast, want pfas is overal. Te land, ter zee en in de lucht. Zelfs rioolwaterzuivering is er niet tegen opgewassen.

Struisvogel
Het vreemde was, dat ik nergens iets hoorde of las over biologische of biodynamische kippen, die immers ook buiten lopen. Moeten hun bazen de tent nu sluiten? Ik heb het gevraagd aan een biodynamische kippenboer bij mij in de buurt. Die beweert dat hij zijn eitjes heeft laten testen en dat ze pfas-vrij zijn. Wie moet ik geloven, hem of de RIVM? Voorlopig blijf ik zijn eieren kopen. Zolang de pfas-smaak niet overheerst doe ik als de struisvogel: ik steek mijn kop in zand.

…..niks aan de hand…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.