SCHIPPEREND NAAST GOD ZIT SLOB KLEM TUSSEN HEMEL- EN GRONDWET

De Vrijheid van Onderwijs, parel aan de kroon van Christelijk Nederland, ketste deze week als een boemerang terug op de kop van Slob. De beduusde bewindsman moest bedremmeld terugkomen op zijn uitlating dat scholen van ouders mogen eisen dat ze een verklaring ondertekenen die homoseksualiteit afwijst.

Schipperen naast God, heet dat. Ik ben benieuwd hoe Slob zich in zijn innerlijke dialoog tegenover zijn Heer verantwoordt. Hij moet haast wel denken dat de poorten naar hemel voor zijn neus zijn dichtgeklapt, want hij heeft zijn Heer verloochend. Wie oprecht gelooft dat de Heer homoseksualiteit verafschuwt, en ik maak me sterk dat Slobs Heer dat doet, moet niet de ene dag roepen dat Refoscholen dat mogen uitdragen en de andere dag het tegenovergestelde beweren. God is verdomme geen draaideur.

Minister Slob bij een draaideur
© Gelderlander

Brandstapels
Het waanidee dat er een God bestaat die voor ons uitmaakt wat we in bed mogen doen, en met wie, laat ik hier terzijde. Het is nu eenmaal zo dat veel mensen dat in alle oprechtheid geloven, naast een complex van andere leerstellingen die nogal eens hebben geleid tot hevige twisten. Kerkscheuringen en brandstapels waren het gevolg, en in het verlengde daarvan onze vrijheid van onderwijs, vastgelegd in art. 23 van de Grondwet. Dat gebeurde in 1917, na een lange negentiende eeuw van schoolstrijd in onze Lage Landen. Sindsdien mag elk geloof en elke sekte zijn eigen school stichten op kosten van de staat.

Bijgedachten
Homoseksualiteit was toen nog geen probleem, behalve voor de homo’s zelf. Verder was iedereen er tegen en dreef er de spot mee. Je was van het handje, een flikker, van de klets, een nicht of een poot. Voor vrouwen bestonden minder pejoratieven, omdat zij hun seksualiteit beter wisten te verbergen. Vraag me niet waarom, maar het was mogelijk dat ongetrouwde vrouwen samenwoonden zonder dat de omgeving meteen verviel in bijgedachten. Hadden vrouwen ook eens een voordeeltje.

Vastgevroren
© Shizuka Aoki/Canadian Geograpic

Profvoetballers
Het is pas van de laatste decennia dat homoseksualiteit langzaam breder is geaccepteerd, maar laten we elkaar geen mietje noemen: die refoscholen van deze week zijn het topje van een ijsberg die eens om de zoveel tijd weer eens langsdrijft en waar niet alleen het christelijke volksdeel in vastgevroren zit. Om maar iets te noemen: ook profvoetballers komen niet zonder reden ongaarne uit de kast.

Ondoorgrondelijke wilsbesluiten
Een reformatorische schoolleider, deze week aan het woord in kranten en op tv, wrong zich in de vreemdste bochten om uit te leggen dat homoseksuele kinderen zich op zijn school veilig en geborgen kunnen voelen, hoewel daar hun seksuele geaardheid wordt afgewezen. Maar als het erop aan komt, mogen die kinderen zich thuis niet eens veilig voelen, want hun ouders moeten ook nog eens zwart op wit verklaren dat ze homoseksualiteit afwijzen. Hoe menslievend. Bij zulke mensen komt nooit de vraag op waarom hun God, toch de Schepper van al wat is, de homoseksualiteit heeft geschapen. Als je dat vraagt maken ze zich ervan af met wat gebrabbel over Gods ondoorgrondelijke wilsbesluiten. Ze hebben een punt, ondoorgrondelijk is het zeker.
(doorlezen onder de foto)

Wil je Jezus, krijg je Mohammed

Eigen zwaard
Over ondoorgrondelijke wilsbesluiten gesproken, de ironie wil dat de christelijke scholen zich tegenwoordig geflankeerd zien door Islamitische groeperingen. Die beroepen zich ook op onze vrijheid van onderwijs. Nergens te koop in de wereld, behalve bij ons, en nog wel gratis en voor niks. Ze wrijven zich in de handen, maar het moet een bittere pil zijn voor de rechtzinnige gristen. Wil je Jezus, krijg je Mohammed. Zo val je in je eigen zwaard. En Slob dubbel, want hij was net zo lekker bezig om dissidente moslimscholen te bestrijden. Vorig jaar nog stuurde hij de onderwijsinspectie op islamitische scholen af, zich beroepend op hetzelfde artikel in de Grondwet waar hij nu zelf over struikelt.

Boven de wet
Dat is artikel 1: ‘Iedereen is gelijk voor de wet’ etc. De overgrote meerderheid van ons parlement vindt dat dat artikel de interpretatie van art. 23 beperkt. Slob sinds dinsdag ook. Alleen de SGP ziet dat openlijk anders. Daar stellen ze de hemel boven de grond, qua wet. Dat is een trekje dat je wel vaker ziet bij gelovigen. Toen er bijvoorbeeld vanwege de corona was verordonneerd dat er niet meer dan 30 mensen in één ruimte mochten samenkomen, vond een aantal kerken in de biblebelt dat dat niet voor hen gold en gingen ze drie keer op één dag met z’n driehonderden ter kerke.
(doorlezen onder de foto)

De hemel staat boven de grond
foto: Hollandse Gronden

Inbinden
Je hebt er maar mee te dealen, als samenleving, met al die kerken. Maar tel je zegeningen en bedenk dat nog niet zo lang geleden in christelijke gemeenten het zwembad op zondag dicht moest, ook voor de mensen die niet in God geloofden. Tot voor kort konden op 200 meter afstand van mijn huis op zondagen geen pleziervaartuigen het kanaal passeren omdat de christelijke partijen in de gemeenteraad de bruggen niet wilden laten bedienen op de dag des Heren. Ik ben er van overtuigd dat de tolerantie van sommige christelijke groeperingen vooral is ingegeven door hun minderheidspositie. Ze moeten wel inbinden.

Dream on
Maar die vrijheid van onderwijs zullen ze nooit opgeven. Wat bijzonder jammer is. Want wat is er nou mooier dan dat alle kindertjes van alle gezindten samen naar school gaan en daar kennis nemen van elkaars geloven en culturen? Onverdeeld naar de openbare school, heette dat in mijn jeugd, alle gezindten en sociale klassen door elkaar. En dan leren dat iedereen er bij hoort en dat er leven is buiten de bubbel van hun ouders.
Dream on boy, het is een illusie. Die christelijke scholen krijgen we nooit weg.
(doorlezen onder de afbeelding)

Mijn jeugd

Een openbaring met bibberende knietjes
Ik kende een man (hij is helaas niet meer onder ons) die opgroeide in een gereformeerd nest. Op een goede dag viel het besluit dat op Koninginnedag het snoep voor alle schoolkinderen zou worden uitgedeeld op het schoolplein van de openbaren. Met bibberende knietjes begaf zijn klas zich naar het erf der vijand, want op school hadden ze geleerd dat daar de duivel heerste. Het was een openbaring dat ze met hun zakje snoep het plein weer heelhuids konden verlaten.

3 reacties

    • Henriëtte op 20 november 2020 om 14:10
    • Reageer

    Zou onder aanvoering van de heer Slob nu niet eens doordringen, dat kinderen naar school gaan om met elkaar
    (en de wereld) te leren omgaan. Om te leren naar elkaar te luisteren, respect voor elkaar te hebben en verdraagzaam te zijn. Scholen die blijven wijzen op verschillen en niet op overeenkomsten leggen de basis voor al het geruzie in de wereld. Als we bij kinderen in school niet beginnen, dan helpt het later niet meer dat voetballers optreden tegen discriminatie en roepen om respect. En moeten grote groepen gediscrimineerde mensen voor hun eigen rechten blijven vechten. (Black lives matter, LHBTI enz.). Daarvoor hebben we nu juist artikel 1 van onze grondwet. Geen kerk, geloof of ander argument kan dat artikel ter zijde schuiven. Over de inhoud van geloof, religie ben je vrij. Maar het kan nooit een argument zijn om artikel 1 te omzeilen.

    • Menno Samplonius op 13 november 2020 om 18:35
    • Reageer

    Tolerantie aangaande homosexualiteit is ook bij ongelovigen nog lang geen gemeengoed. En dus blijft het precair om je als godsontkenner zo vrolijk te maken over de worsteling van godsaanbidders met wat in hun ogen niet mag van God of Allah. In de krochten van de humor is echter veel, zo niet alles toegestaan. Met of zonder God’ s zegen.

    • Annemiek Vos op 13 november 2020 om 12:50
    • Reageer

    De laatste anekdote herinnert mij aan mij jeugd waar wij als kinderen op de lagere school altijd in een staat van oorlog leefden met de “ Koksen” , oftewel de openbare school tegen de school met de bijbel. Het waarom weet ik niet, het was gewoon zo, daar verbaasde je je ook niet over, er werd ook niet over gesproken verder.
    Ik zat opende openbare omdat mijn ( liberale) christelijke vader vond dat we na ons 18-de zelf de keus moesten maken en dat we van te voren niet geïndoctrineerd moesten worden op een christelijke school.
    Over mijn vader valt een hoop aan te merken, maar hiervoor ben ik hem toch wel dankbaar.

Laat een antwoord achter aan Menno Samplonius Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.