Sinds de oorlog hebben we in ons land ruim dertig kabinetten gehad. Daarvan zat maar een derde de rit uit. De huidige kabinetscrisis past dus in een traditie. Niks om je druk over te maken, eerder om bij in slaap te vallen. Kabinetscrisis, gaap gaap, al willen al die opgewonden Haagse journalisten ons anders doen geloven.
Taalkundig valt er meer te beleven dan politiek. Kabinetten waren vroeger kamers of kamertjes in huizen van deftige mensen, of het waren dure kasten van gepolitoerd hout, met fraai bewerkte deuren en soepel lopende laatjes met een geheimzinnige inhoud. Tegenwoordig echter zitten ministers in kabinetten. Of zijn ze het? Of is het allebei? Een interessant vraagstuk.
Stekker
Zoveel is zeker dat kabinetten hopen de rit uit te zitten. Je moet dus concluderen dat ze rijden. Maar er zijn altijd lieden die de stekker er uit willen trekken. Kabinetten zijn dus elektrisch aangedreven, maar zitten ouderwets vast aan een stroomdraad. Afhankelijk van de lengte van het snoer kunnen ze ergens komen, maar nooit ver. Het snoer begint in de Tweede Kamer en eindigt in het kabinet. Aan beide uiteinden zit een stekker, die iemand er uit kan trekken. Deze week gebeurde dat in de Tweede Kamer, anderhalf jaar geleden in het kabinet zelf, toen Rutte dat deed. In beide gevallen heet het dat je de stekker uit het kabinet trekt, maar je trekt het natuurlijk uit een stopcontact, dat niet voor niets zo heet. Als de stekker er uit is struikelt het kabinet en valt. Rijdend struikelen, zulke knappe acts zie je alleen in de politiek. Tot zover is dit stukje misschien geschikt voor een gecombineerde les Nederlands en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Ik stel het gratis beschikbaar en hoop dat de leerlingen niet balen als een stekker.

Tatoeages
De kranten die ik lees stuurden verslaggevers eropuit om te polsen wat de mensen op straat vinden van de val van het kabinet. Dagblad van het Noorden toog naar Emmen. Dat is een koninklijke keuze, omdat deze stad, zoals we sinds koningsdag 2024 weten, hoog aangeschreven staat bij onze vorst. De verslaggever signaleert dat sommige van de door hem aangesproken Emmenaren ‘flink getatoeëerd zijn’ of ‘niet vies zijn van tatoeages’. Ik kan er slechts naar gissen wat hem heeft bewogen dit te benoemen, maar vermoed dat hij gedacht heeft dat zijn lezers misschien geloven dat tatoeageminnaars meer dan gemiddeld van Wilders houden. Welnu, in Emmen is dat volgens zijn steekproef fifty-fifty. Voor mij persoonlijk zijn tatoeages er de oorzaak van dat ik tegenwoordig liever ‘s winters dan ‘s zomers de straat op ga, maar dat is politiek irrelevant, want zelfs op een ongetatoeëerde Wilders stem ik niet.
Origineel
Dat wil niet zeggen dat ik totaal geen waardering heb voor de man. Het is hoogst origineel om je coalitiegenoten gaande de rit à bout portant een tienpuntenplan onder de neus te duwen met de eis het te ondertekenen, de stekker er uit te trekken als ze dat weigeren, en daarna te beweren dat het allemaal de schuld is van die anderen. Maar wat heb je aan originaliteit? In het geval van Wilders: niks.

Te gek voor woorden
Hij bluft nu dat hij alsnog de nieuwe premier van Nederland wordt. Hij noemde het ‘te gek voor woorden’ dat hij dat in het vorige kabinet niet mocht worden. Ik vond het eerder te gek voor woorden dat hij een jaar geleden geen fatsoenlijke informateurs, formateurs en ministers kon ophoesten. Het stelletje ministers dat hij tenslotte bijeen harkte was van een treurig niveau. Dat hebben we allemaal kunnen ervaren, hijzelf niet in de laatste plaats. Daarom kiest hij nu de vlucht vooruit: liever kiest hij voor chaos dan voor een dreigende electorale afstraffing voor de wanprestaties van zijn ministeriële paladijnen. Bij chaos hoopt hij garen te spinnen, of beter: halve garen. Daar is hij een meester in. Tot zover deze diepgravende analyse.
Gerief
En nu moeten wij weer naar de stembus om hem aan zijn gerief te helpen. Eigenlijk is hij doodzielig, deze man die de Nederlandse politiek nooit kan verlaten omdat hij daarbuiten zijn leven niet zeker is. Jammer dat hij zijn vleugels niet kan uitslaan in een fatsoenlijk vak, bijvoorbeeld fietsenmaker, verpleegkundige of een van die andere nuttige beroepen waar Henk en Ingrid zo in uitblinken. Wilders is een politieke gevangene in een ongebruikelijke betekenis van het woord. Samen zullen we zijn straf uit moeten zitten, zij het dat wíj betalen en híj er aan verdient.
Recente reacties