PSYCHOLOGEN LEGGEN HET UIT EN DE KRANT SCHRIJFT HET OP

Het is drukker dan ooit in onze restaurants, las ik in Dagblad van het Noorden. In Assen en Groningen moet je dinsdags al een tafel reserveren voor het weekend, anders kun je het wel schudden. In tijden van een torenhoge inflatie, exploderende energiekosten en met een economische crisis in het vooruitzicht zitten de centen de consument los in de zak. Ook in het beklagenswaardige Noorden met zijn economische achterstand.

Zijzee was laatst in Haarlem, waar in de etablissementen rond de Grote Markt nauwelijks nog een stoel te veroveren was voor de lunch. En dat in zo’n provinciestadje! Vrolijk flakkerden de gasvlammen op de overvolle terrassen, alsof er geen energie- of klimaatcrisis bestond. Wat bezielt de mensen?

Identiteit
Dagblad van het Noorden belde een groepje specialisten van de Rijksuniversiteit Groningen, onder wie universitair docent en ontwikkelingspsycholoog dr. Bertus Jeronimus. Hij beweert dat mensen met een goede baan en een koophuis zich geen zorgen maken om hun financiële toekomst. Wellicht komt dat nog, maar dat gaat langzaam, aldus de ontwikkelingspsycholoog.
Volgens gedragspsycholoog prof. dr. Arie Dijkstra ontlenen de mensen een deel van hun identiteit aan restaurantbezoek. “Uit eten gaan doet ons op sociaal, psychologisch en lichamelijk gebied goed”, aldus deze geleerde, die zo te horen ook veel weet over het lichaam. Hij wijst op het aspect van het zien en gezien worden. Dat willen de mensen graag en in een restaurant kan dat beter dan thuis.

Wazig
Zijzee zelf mag ook graag eens een restaurant bezoeken. Dan wil hij ook gezien worden, bij voorkeur door het bedienend personeel. Dat valt vaak niet mee. Het lijkt wel of sommige obers en serveersters het langs een met zijn arm zwaaiende Zijzee kijken tot kunst hebben verheven. Voor het overige hoeft hij niet gezien te worden. Liever niet zelfs.

De bom
Jeronimus denkt dat de coronalockdowns de mensen nog parten spelen. “Ze hebben het gevoel dat ze wat in te halen hebben.” Dijkstra is het daar niet mee eens. “De euforie dat het weer kan is al lang voorbij”. Jeronimus heeft nog een verrassende andere invalshoek. “Misschien zijn we wel bang dat de bom straks valt en willen we daarom het onderste uit de kan halen wat betreft geluk”, meent hij. Poetin dus als instant-geluksmachine.

Lui
Dat is nou het mooie van wetenschap: deskundigen die elkaar tegenspreken. Was ik ook maar zo’n doorgeleerde psycholoog die een telefoontje kreeg van een journalist. Dan zou ik zeggen dat er nog altijd veel meer mensen niet uit eten gaan, ook mensen die het best kunnen betalen. “Heel verstandig”, zou ik daaraan toevoegen, “want het eten in restaurants is veel te zout en te vet. Het mag dan gezond zijn voor de geest, maar is dat bepaald niet voor het lichaam.” Of ik zou naar voren brengen dat mensen liever lui zijn dan moe en daarom met vrienden afspreken in een eethuis. Dan hoeven ze geen boodschappen te doen, te koken en op te ruimen.

Schuldgevoel
Of ik zou, inhakend op die bom van Poetin, gewagen van een algeheel ondergangsgevoel dat over de samenleving hangt. Goedwillende mensen worden continue geconfronteerd met de klimaatcrisis, ze mogen niet dit en ze mogen niet dat. Geen vlees eten, niet gezellig warm in de winter buiten op een terras zitten, niet vliegen, niet autorijden, geen WK kijken, niet lekker lang douchen. Bij alles waar ze van houden wordt ze een schuldgevoel opgedrongen. Dat komt ze de strot uit en daarom sluiten ze zich af en verdoven ze zichzelf met hun hedonisme. Zoiets zou ik dan zeggen.

Afgrond
En dan zou ik ook nog even verwijzen naar het Berlijn in de Roaring Twenties, honderd jaar geleden, vlak nadat de Duitsers de Eerste Wereldoorlog hadden verloren. De stad feestte er losbandig op los, alles moest kunnen en kon. Intussen stapelden de bedreigingen voor Duitsland zich op. De eisen voor herstelbetalingen werden opgeschroefd, de Fransen bezetten het Roergebied, rechtse extremisten hetzten dat Duitsland was verraden door links (‘de dolkstoot in de rug’), de prille Weimarrepubliek wankelde, maar de uitbundige Berlijners staken de kop in het zand. Tot Hitler de boel overnam en de wereld in de afgrond stortte.
Zoiets zou ik zeggen.
En de journalist maar pennen. Hij had weer een stukje.

Beroepsdeformatie
Mocht ik die journalist zijn, dan zou ik tot besluit mijzelf vragen waarom de bediening zo vaak langs mij heen kijkt. Ligt het aan de bediening of de bediende? Ik ben benieuwd naar mijn antwoord.

4 reacties

Naar het reactie formulier

    • Henriëtte op 18 november 2022 om 16:16
    • Reageer

    Psychologen leggen uit en de krant schrijft op. En Zijzee duidt, wil ik toevoegen.
    Natuurlijk is er serieuze journalistiek, die onderzoekt, maar tegensprekende deskundigen geven snelle en smeuïge stukjes in de krant.
    Wat ik hierin lees is dat niets de absolute waarheid is en alle aangedragen redenen iets van de waarheid bevatten. Is er wel een absolute waarheid? Laat duizend bloemen bloeien, luister naar een ander, doe je voordeel ermee. En ga wat minder op je strepen staan.
    Het zou al gauw een liefdevoller en verdraagzamer wereld opleveren.

    • Menno Samplonius op 18 november 2022 om 14:11
    • Reageer

    Zijzee is nu eenmaal geen jong lekker wijf. Want dan kreeg hij, hoewel niet geheel zonder gevaar, bijvoorbeeld razendsnel een lift op de snelweg. Norse ouwe mannen kunnen op die plek wachten tot ze een ons wegen. Ook het bedienend personeel in de horeca laat zijn oog eerder vallen op snel, jong en mooi dan op grijs, oud en traag. Zijzee zal het na vergeefse aansporingen in het restaurant dan ook moeten doen met een van Koot en Bie geleende opmerking: “u moet die andere ober hebben. Die met dat eczeem.”

    • Johan Boelman op 18 november 2022 om 11:10
    • Reageer

    Mijn collega komt zo bij u…

    • Annemiek Vos op 18 november 2022 om 11:03
    • Reageer

    In Groningen stad verbaas ik me ook al tijden over de hoeveelheid lunch tenten en restaurantjes, hoe kunnen die nou overleven met zijn allen? En ook hier zit alles altijd vol, met name met studenten. Zouden die studenten nou allemaal werken voor hun dure lunch, of is een deel van de torenhoge schuld waarmee de meesten afstuderen hier ook debet aan?
    Daarnaast denk ik dat het misschien wel zo zou kunnen zijn dat het ‘ uit eten gaan’ gewoon meer een trend is geworden. 20 Jaar geleden zaten de restaurants in Italië en Frankrijk, of Spanje ook al vol, omdat uit eten gaan niks bijzonders was, wij deden dat alleen op vakantie of bij bijzondere gelegenheden. Zuinigheid met vlijt….
    Misschien is in die zin de Nederlandse mentaliteit gewoon veranderd en heeft men het er voor over. Carpe Diem!

Laat een antwoord achter aan Annemiek Vos Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.