Bij alle ellende op de wereld is het een aardigheid eens een onbekommerd avondje door te brengen bij de vereniging Groei&Bloei te Stadskanaal. Vooral als Geert de Vries daar een lezing over tuinvogels geeft. Een aanstekelijker verteller dan deze enthousiaste natuurkenner en -fotograaf uit Tweede Exloërmond kom je niet gauw tegen. Kent u bijvoorbeeld de mop van de dominee die de heggenmus ten voorbeeld stelde aan zijn promiscue parochianen?
Eerder had ik Geert de Vries al eens avondvullend horen vertellen over paddenstoelen, zijn grote passie. Daarvan heb ik onthouden dat wij allemaal met de mond vol paddenstoelensporen rondlopen. Tienduizenden. Ja, u ook. Dat komt doordat onze atmosfeer er mee bezwangerd is. Die sporen dalen overal neer, ook in uw mond. Als ze dat doen op een voor hen meer geschikte plek komen ze daar tot ontwikkeling.
Wasplaatjes
Ooit kwamen we Geert de Vries tegen tijdens een ochtendwandeling in het prachtige Groninger Westerwolde. Daar lag doodstil een figuur dwars over een weggetje met zijn hoofd in de berm. Vanuit de verte zag het er griezelig uit. Lag daar een lijk? Toen we dichterbij kwamen bleek het om een springlevende Geert de Vries te gaan, die op zijn buik foto’s lag te maken van wasplaatjes, piepkleine paddenstoeltjes. Hij was er al uren mee in de weer, want fotograferen is een kwestie van zoeken en geduld. Bij vogels nog meer dan bij paddenstoelen, want die vliegen niet weg.
Doorzettingsvermogen
Er zijn nogal wat mensen die na hun pensioen besluiten natuurfotograaf te worden en dan meteen voor tienduizenden euro’s aan apparatuur aanschaffen. En dan: fotograferen maar. Maar zo werkt dat niet, aldus Geert, er komt veel doorzettingsvermogen bij kijken. Zelf zit hij soms dagen op één plek verscholen in een tentje te wachten op het moment suprême, opdat hij precies te pakken krijgt wat hem voor ogen staat. Zijn belangstelling gaat niet alleen uit naar paddenstoelen en vogels, maar hij is ook gespecialiseerd in planten, libellen en vlinders. De laatste jaren schuimt hij ‘s nachts geregeld door de Drentse bossen om fraaie exemplaren van nachtvlinders met zijn camera te betrappen.
Sukkel
Een lezing van Geert leidt onvermijdelijk tot gemijmer over de menselijke aard. Eindelijk snap je waar die idiote stropdas (die prins Claus van zich afwierp) zijn populariteit aan te danken heeft. We doen net als de koolmezen: de vrouwtjes kiezen de mannetjes uit op de mooiste stropdas. Voor mezen betekent dat hoe breder hoe mooier. Dat is een teken van kracht. Een krijtstreeppak vindt zo’n vrouwtje niet nodig. Maar het mannetje moet wel eerst nog een proeve van bekwaamheid afleggen. Met fladdersignalen stuurt het vrouwtje hem op voedsel uit. Als hem dat niet snel genoeg lukt is hij gezakt. Hoe kan zo’n sukkel een nest vol hongerige jongen voeden als hij dit al niet kan?
Prikkel
We moeten niet denken dat vogels hun jongen voeren omdat ze hun honger willen stillen. Ze gaan puur af op de prikkel van de wijd geopende jongevogelbekjes. Hoe wijder de snaveltjes zijn opengesperd, hoe meer voer de ouders er in stoppen. Dat dit instinctgedrag soms tot bizarre resultaten leidt illustreerde Geert met de anekdote van de karper, die zijn geopende bek boven het water uitstak toen er net een vink met een snavel vol larven langs vloog en dit voer in dat gapende gat dumpte. De karper, blij verrast, stak zijn bek nog eens en nog eens omhoog. Met succes. Vanaf dat moment werd de karper luierend vet en hongerden de jonkies dood. Wat is de natuur toch mooi.
Imponeergedrag
En de natuur is vindingrijk. Neem het voorbeeld van de grote bonte specht. We kennen allemaal zijn geroffel. Ik dacht altijd dat hij dat doet om insecten uit de boomschors te trommelen. Mis. Het is imponeergedrag: hoe meer lawaai hij maakt, hoe sterker hij is en hoe begeerlijker hij wordt voor de vrouwtjes. Het is een alternatief voor zang, want zingen kan hij niet. En zo kon het gebeuren dat Geert een enorme herrie hoorde in zijn straat. Daar zat een specht op de aluminium kap van een straatlantaarn te roffelen. Dat leverde meer decibellen op dan een boomstam. Wat mij deed denken aan het eiland voor de kust van Kroatië, dat we eens bezochten. In vroeger tijden maakten jonge mannen – ik heb het nu over mensenmannen – daar goede sier bij de meisjes als ze mooi konden zingen. Minder zoetgevooisde jongens bedachten een alternatief: ze bouwden muren van de natuurstenen op het eiland. Wie in één nacht de mooiste en degelijkste muur stapelde ontpopte zich op de huwelijksmarkt als een geduchte concurrent voor de zangers.
Eikels
Terug naar de vogels. Wist u dat een vlaamse gaai elke herfst zo’n 6000 eikels verzamelt? En dat hij ze in het open veld onder de grond verstopt op plekken waar twee denkbeeldige lijnen elkaar kruisen? Bijvoorbeeld de lijn tussen het bankje en de kastanjeboom en de lijn tussen de hoek van uw huis en de waslijnpaal? En dat onthoudt hij dan. Tenzij hij het vergeet, wat ook voorkomt. “Gaaien planten heel wat meer eiken dan alle boswachters van Nederland bij elkaar”, aldus Geert de Vries. Want vooral buiten onze tuinen zijn de gaaien in de weer met hun eikels en het trekken van kruisende lijnen. Waarbij ze goed opletten of een concurrerende gaai niet op de loer zit om zijn eikels te kunnen stelen.
Nepnieuws
Kraaiachtigen zoals gaaien en kauwtjes zijn zeer slimme vogels. Volgens Geert de Vries hebben ze de intelligentie van een gemiddeld kind van vier. Kauwen leven in groepen, die sterk hiërarchisch georganiseerd zijn. Er is een burgemeester, er zijn wethouders en er is volk, aldus Geert. Als er gegeten wordt, dan gaan de burgemeester, zijn vrouw en de wethouders voor. De rest moet wachten. Maar slimme jonge kauwtjes hebben daar iets op gevonden. Ze schreeuwen luid dat er gevaar dreigt: “Pas op, een havik!” Waarna iedereen opvliegt, behalve zijzelf. En eten maar. Trump is dus niet de uitvinder van nepnieuws.
Eenden
Ik heb nooit geweten dat wilde eenden nachtdieren zijn. Dat komt natuurlijk omdat je ze in vijvers luid kwakend ziet aankomen als opa en oma met de kleinkinderen brood komen voeren. Ze zijn wel gek om die kans te laten passeren. Maar verder slapen ze overdag om ‘s nachts hun ding te doen. Dat ding is niet altijd leuk. Zo laten de woerden hun vrouwtjes in de steek zodra die op hun eieren zitten. Eendenkroost wordt uitgebroed en opgevoed door alleenstaande moeders terwijl de mannetjes elders de beest uithangen. “Er is sprake van de verschrikkelijkste verkrachtingsscènes onder eenden”, aldus Geert de Vries. Het moge duidelijk zijn dat Walt Disney er weinig van heeft begrepen met zijn Oom Donald die Kwik, Kwek en Kwak opvoedt.
Dankbaar publiek
En zo vaart Geert voort met het ene aansprekende verhaal na het andere. Hij kan doorgaan tot middernacht, maar zover laat de voorzitter van Groei&Bloei het niet komen. Tot slot nog die dominee. De man ergerde zich groen en geel aan de huwelijkse ontrouw onder zijn parochianen in het Engelse Oxford. Hij voelde zich geroepen daar iets over te zeggen, maar hoe moest hij zijn vermaningen inkleden? Hij kwam uit bij het paartje heggenmussen, dat hij zo vaak in zijn tuin zag scharrelen. Een voorbeeld van huwelijkse trouw volgens hem. Doe als de heggenmus, zo hield hij de parochie voor. Arme dominee. Kort daarna schreef de krant dat DNA-onderzoek had uitgewezen dat deze vogeltjes voortdurend vreemdgaan. Hoe de geloofsgemeenschap beide boodschappen integreerde liet Geert over aan de fantasie van zijn dankbare publiek.
4 reacties
Naar het reactie formulier
Beste Piter,
Natuurliefhebbers zijn bij uitstek mensen met een eindeloos geduld.
In die tijd van wachten doen ze geen vlieg kwaad en als het effe lukt
om vast te leggen waarnaar ze op zoek waren, gaan ze gelukkig naar huis.
Hoe mooi kan het leven dan zijn.
Vandaag was de laatste gast bij Buitenhof een Belg die rap van woorden was,
hoefde niet te zoeken naar woorden om te vertellen wat hem zo na aan hart lag.
Zijn tempo haalde de Max Verstappen snelheid, aldus de gespreksleider, ik kom effe niet
op zijn naam.Een Limburger. Als je het niet gezien hebt is het wel echt de moeite waard
om de herhaling te bekijken .
Hartelijke groet,
Jos Riemersma
Zoals een bezoeker van een tentoonstelling met schilderijen van een collega en mij ooit sprak: ‘’De natuur, dás pas mooi!’’
Dank weer voor deze leuke verhaaltjes. Kijk je nu toch weer anders naar alle leuke vogeltjes.
Het lezen van je column is iedere week weer een feest!
Prachtige verhalen