Een zichzelf mooi wanende liftster die met opengeknoopte blouse langs de weg staat? Een tippelaarster die voor een lijntje haar lichaam en ziel verkoopt? Of een potloodventer, die vanuit een onbegrepen drang met zijn vlag staat te wapperen?
‘t Is moeilijk kiezen tussen deze beelden, alle van toepassing op de provinciebestuurders van Groningen, Friesland en Drenthe, die vorige week hun heerlijkheden in de verkoop gooiden. Beoogd koper is de Randstad met zijn woningnood; ‘zij’ mogen hier hun huizen bouwen, mits Den Haag ‘ons’ de Lelylijn en nog wat meer spoor als tegenprestatie levert. Ze bieden ‘ruim wonen in prachtige landschappen’ aan voor 220.000 woningen, bovenop de eigen behoefte. Een onweerstaanbaar aanbod, denken ze zelf.
Onnozel
Leuren met je rust en ruimte vanuit de gedachte dat de Randstad daarop zit te azen is een schromelijke misvatting; de randstedelijke druktemakers gruwen van rust en ruimte. Die zich mooi wanende meid en die tippelaarster zien ze echt niet staan; de potloodventer wappert vergeefs. Ze hebben daar wel wat anders aan hun hoofd dan fantasieën over verhuizen naar het Noorden. Dan liever de lucht in, vrij naar Van Speijk. Bovendien is het een onnozele strategie om de Lelylijn tot ruilmiddel te degraderen. Nu kan de regering zeggen: wij hebben jullie woningen niet nodig, dus jullie ook je Lelylijn niet. Waarmee de natte droom akelig droog wordt.
De pest
De digitale thuisarbeid is dankzij corona tot toekomstnorm verheven door de noordelijke bestuurders, een fantasieloos stelletje opportunisten met alleen maar oog voor materiële groei. Met de ene hersenhelft prijzen ze hun pastorale de hemel in, met de andere gooien ze die te grabbel. Een uitwerking van hun bod ontbreekt. Wat levert het op, behalve de pest voor hun milieu en landschap? Waar moeten die huizen komen? Geen idee.
Spreekwoordelijk
Er is slechts een vage notie: die huizen komen langs het spoor. Zou het? Nu al is het gebrek aan kwaliteit van de ruimtelijke planning in het Noorden spreekwoordelijk. Bedrijventerreinen, windmolenparken en zonnepanelentoendra’s schieten ongeordend uit de grond en nieuwbouwpuisten benemen je behalve de adem ook het zicht op de steden en dorpen. De noordelijke milieu- en natuurorganisaties vrezen dan ook het ergste van dit nieuwe aanbod, zo schrijven ze in een gezamenlijke reactie in het Dagblad van het Noorden. Het Dagblad zelf heeft er ook weinig fiducie in en schrijft in een commentaar over ‘een landschap dat straks in ruil voor spoor wordt gevuld met steen en geluidswallen.’
Ogen uitkrabben
Niet alleen de randstad is niets gevraagd, ook de noordelijke bevolking niet. Je kunt er gif op innemen dat er binnenkort harde woorden vallen in drie provinciale staten. Onderling krijgen de drie provincies ook ruzie. Jetta Klijnsma, de Drentse commissaris van de koning, begon meteen al met te zeggen dat verbetering van de bestaande spoorlijn het eerst aan bod moet komen, ‘omdat de Lelylijn nog heel lang op zich zal laten wachten’. Ze bedoelt: Wij eerst (want de bestaande lijn loopt door Drenthe, de Lelylijn niet). Straks raken gegarandeerd ook Groningen en Friesland slaags, zoals eerder bij de Zuiderzeelijn die niet doorging. Randstedelingen hoeven niet te schrikken als ze straks in de verte gekrijs horen; het zijn de tippelaarster, de liftster en de potloodventer die elkaar de ogen uitkrabben. Laat ze maar begaan.
Onnavolgbaar
Sinds wanneer hoort Flevoland bij het Noorden? Om onnavolgbare reden zit ook Flevoland in het complot. Dat verklaart waarom Dagblad van het Noorden het had over ‘de vier noordelijke provincies die de Randstad willen ontlasten door 320.000 woningen te bouwen’. Mijn voorstel: plemp ze allemaal in Flevoland neer, want daar is de polder destijds voor aangelegd.
RIEK BAKKER, IJDELE HOOP VAN HET NOORDEN
Het Noorden heeft wel meer maffe woningbouwplannen gekend waar niemand op zat te wachten. Toen stedebouwkundige Riek Bakker landelijk furore maakte met De Kop van Zuid in Rotterdam wilden Groningen en Drenthe ook graag de blits maken met deze wondervrouw. Ze kreeg een ontwerpopdracht voor de streek ten zuiden van Groningen-Stad, het Drentse Aa-gebied, dat ze vervolgens bestrooide met een hagelslag van huizen. Gelukkig is van haar ontwerp niets terecht gekomen.
Intieme kamers
Daarna mocht ze haar krachten beproeven bij Stadskanaal in de veenkoloniën. Daar doorbrak zij de karakteristieke lintbebouwing door huizen te situeren in de aardappelvelden die ze ‘kamers’ noemde, daarmee intimiteit suggererend. Ik was bij de persconferentie waar zij dit plan ontvouwde. Toen ik eerlijk toegaf dat ik haar filosofie niet begreep griste ze mij haar zojuist verstrekte plan uit handen en scheurde het in stukken, briesend dat ze aan dat zwijn haar paarlen niet wilde verspillen. Ook dit ontwerp belandde in het ronde archief.
3 reacties
Eerst turf, gas, olie ophalen, het afval naar de Vam (dank nog voor de berg!) en nu moeten ze zelf ook nog spoorslags komen. Op uitnodiging, ook dat nog. Het is te bizar voor woorden.
“Hagelslag van huizen klinkt als Hermans’ Homme’s hoest”, hijgde de potloodventer en hees de hozen hoog.
Was weer genieten, Piter. Ga hier vooral mee door.