MET EIGENTIJDS BLAASZWAARD EN DE BLIK OP ONEINDIG HET HERFSTBLAD TE LIJF

Hoe genoeglijk rolt het leven
Des gerusten tuynmans heen
Die zijn bladerhark, hoe kleen
voor geen bladblaaser zou geven
(Vrij naar Poot 1689-1733)
)

Staat er een nieuwe bladblazer op uw verlanglijstje voor 5 december? Dan hoop ik dat Sinterklaas u een ouderwetse bladhark geeft. Daar zult u van opknappen: u wordt weer fit, het bespaart u kosten en, ook wat waard, uw buren een hoop herrie.

De bladblazer is de meest absurde uitvinding sinds de opwarming van de aarde, maar voorziet in een enorme behoefte. Zijn uitvinder zag het gat in de markt en vulde het. Ik hoop dat hij er schatrijk mee geworden is, zodat hij een villa in een parkachtige tuin kan bewonen en in de herfst het horen en zien hem vergaat door het geloei van zijn bladblazende personeel.

foto: Hollandse gronden

Oorverdovend
Ooit zag ik in een Drents dorp vier mannen van gemeentewege op de brink bezig met bladblazers. Ze bliezen het gevallen herfstblad op tot langwerpige hopen. De herrie was oorverdovend, daarom droegen ze oorkleppen. Onderlinge uitwisseling van informatie was nagenoeg onmogelijk. Veel beweging kregen de mannen niet, dus hadden ze zich dik ingepakt. Een man met een gemotoriseerd karretje haalde het blad op. Sneu dat daar nog lichamelijke arbeid aan te pas moest komen, maar daar waren weer andere mannen voor.

Ouderwetse uitrusting
Drie uur later kwam ik er weer langs; de mannen bliezen nog steeds dat het een aard had. De brink was met harken al drie keer schoon geweest, maar tegenwoordig kun je je personeel zo’n ouderwetse uitrusting niet meer aandoen. Ook al is het gezonder, maakt het geen lawaai, gaat het minstens zo snel, de tegenwoordige werknemer laat zich ongaarne afschepen met ouderwets gereedschap. Gemotoriseerd moet het zijn.

Altijd twee
Thuis is het vaak niet anders. Iedereen met een stadstuintje gordt zijn eigentijdse blaaszwaard om teneinde het herfstblad te doen opwervelen, liefst in de gewenste richting, wat bepaald nog niet meevalt. Blik op oneindig, oorbeschermers op, losgezongen van alle elementen behalve de motor. Als ik zo’n man bezig zie, heel soms is het een vrouw, vraag ik me weleens af: zie ik hier nou één of twee bladblazers? Welnu, het zijn er altijd twee: het ding en zijn bedienaar. Hierin onderscheidt de ouderwetse harker zich van de blazer: hij heet anders dan zijn gereedschap.

Foto: Hollandse gronden

Hoofdige boer
Zelf ben ik dus hark noch blazer. Als ik op mijn door loofbomen omzoomde tuin vredig met mijn bladhark in de weer ben, luisterend naar de wind en de overvliegende ganzen, ontkom ik er niet aan mezelf te vergelijken met de hoofdige boer uit het gedicht van Staring (1776-1840). Boer Scholte Stuggink bleef onderweg naar de kerk als enige door de sloot waden nadat er een brug was gelegd. Halsstarrig voortsoppend verklaarde de dwarskop dat hij dat deed omdat zijn voorvaderen ook geen brug gebruikten. Zo’n dorpsgek ben ik dus ook. Maar ik voel me een stuk minder eenzaam nu de Partij voor de Dieren de bladblazer wil verbieden voor particulieren. Het staat in het verkiezingsprogramma.

‘gerecycled’
Foto: Hollandse gronden

Roepen in de woestijn
Zou mijn roepen dan toch geen roepen in de woestijn zijn geweest? U moet namelijk weten dat bovenstaande tekst, niet geheel maar toch grotendeels letterlijk, al eens met mijn naam erboven in een krant heeft gestaan. Uiteraard was de respons nihil. En dan drie jaar nadien een weerklank in een heus verkiezingsprogramma? Ach man, verbeeld je niks, ze hebben het zelf bedacht. Nu weet ik best dat velen uwer deze partij ook bestempelen als een club dorpsgekken, maar ík voel me gesteund. Al weet ik niet of ik dat verbieden zo’n goed idee vind. De mensen zijn zo al boos genoeg.
Ik hoop overigens dat u mij niet kwalijk neemt dat ik een eerdere tekst heb gerecycled.

Nuttige toepassing
Sinds kort ken ik toch nog één zinvolle bestemming voor de bladblazer. In juni dit jaar gingen mannen in Portland (VS) tussen hun demonstrerende vrouwen en Trumps politietroepen staan met bladblazers als wapen tegen een traangasoffensief. Bladblazers, voor één keer niet om te huilen.

4 reacties

Naar het reactie formulier

    • Menno Samplonius op 20 november 2020 om 21:27
    • Reageer

    Er zijn gelukkig ook heel aangename en veel minder luidruchtige blowjobs.

    • Dirk Dragstra op 20 november 2020 om 17:26
    • Reageer

    Het Gooi is de noordoostflank van de randstad. Hier speelt het gevecht om ruimte zich af tussen villabewoners en het Goois Natuurreservaat. Ik loop er graag. Het is een bosrijke omgeving. In de herfst is het er nog mooier dan in de rest van het jaar. Ik heb in de loop der jaren bij herhaling tegen blad-blazende zombies aan de rand van riante tuinen gezegd dat er aanpalend nog een heel bos op ze wacht. Maar vriendelijke spot werkt averechts. Want onlangs was het weer raak. We liepen midden in een bosperceel. Van alle kanten rukten ze op. Zelfs de A1 was niet meer te horen. Zou het Goois Natuurreservaat dan toch ernst maken met het grapje (eertijds op een borrel van woordvoerder Jaap) dat wat zij doen eigenlijk neerkomt op ‘grootschalig tuinieren, haha’?

    • A Vos op 20 november 2020 om 13:11
    • Reageer

    Helemaal eens, belachelijke apparaten!
    Maar een traangas blower vind ik dan wel weer heel goed gevonden haha

    • Bas Verwey op 20 november 2020 om 09:43
    • Reageer

    https://www.youtube.com/watch?v=hVReMMYK50E

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.