Allereerst wens ik u een voortreffelijk 2021. Dat uw tegenslagen mogen verschrompelen en uw voorspoed mag bloeien als nooit tevoren. Dit gezegd hebbende moet mij van het hart dat ik geen groot liefhebber ben van het nieuwjaarwensen. Vooral op de werkvloer vond ik het een beproeving.
Het plichtmatige veel-heil-en-zegen– , de-beste-wensen– en (summa summarum) alles-wat-wenselijk-is-geroep, dat dagenlang kon doorzeuren, hing me al de keel uit voor het begon. Beleefdheidshalve moest ik wel reageren; ik hield het bij “Dankje, jij ook gelukkig nieuwjaar”. Maar daar redde ik het niet mee, want ik moest me zoenlustige damescollega’s van het lijf houden.
Seksisme
Niet dat er alleen zoenlustige vrouwen ter redactie waren, in tegendeel, de mannen toonden zich veel gretiger. Massaal drukten ze hun vochtige lippen op de wangen en soms zelfs monden van de vrouwelijke collega’s. Ik deed aan dat geklef niet mee. Collega’s waren om mee te werken, niet om mee te zoenen, meende ik maar. Ik stond daarin echter vrijwel alleen.
Korte tijd had ik de illusie dat ik met dit standpunt zou scoren bij mijn o zo geëmancipeerde vrouwelijke collega’s. Het is immers puur seksisme als de mannen alleen vrouwen kussen. En ze deden dat niet eens bij alle vrouwen, maar alleen de exemplaren die ze aantrekkelijk genoeg vonden. De anderen konden een handje krijgen en werden zo weer eens bevestigd in hun muurbloembestaan.
Politiek correct
Dit nieuwjaarszoenen was dus duidelijk seksueel geïnspireerd en het vrouwvolk liet zich die bejegening alleen maar welgevallen om niet voor trut te worden uitgemaakt. Dacht ik. Mijn standpunt was dus politiek correct. Ideaal, want hoe vaak maak je nou mee dat je een correcte opstelling kunt laten samenvallen met je gevoel? Ik hoogstzelden, kan ik verzekeren. Heimelijk dacht ik: daar maak ik mooi de blits mee bij de vrouwtjes.
Worsteling
Maar ik zat er jammerlijk naast. Het geëmancipeerde damessegment wilde namelijk maar al te graag gekust worden. En ze vonden mij een hork als ik ze met een uitgestoken hand aan een stram gestrekte arm op veilige afstand hield. Ooit had ik een vrouwelijke chef die mij wilde zoenen en mijn cordon sanitaire wilde doorbreken. Ho ho, riep ik, terwijl er een korte worsteling ontstond die eindigde onder onze bureaus, alwaar wij ……. Nee nee nee, nu moet ik niet gaan fantaseren.
Gelijke nonnen, gelijke kappen
Nadat ik deze nietsvermoedende en goedbedoelende cheffin tot haar schrik had afgeweerd moest ik alle zeilen bijzetten om haar er van te overtuigen dat het niet persoonlijk was bedoeld, maar dat ik geen trek had om alle dames ter redactie te zoenen; dat het onder het motto ‘gelijke nonnen, gelijke kappen’ wat mij betrof alles of niets was, in dit geval dus niets. Dat ik het ook nog eens onhygiënisch vond hield ik wijselijk achter de kiezen, want zoiets kan ook zomaar persoonlijk worden opgevat en mijn overtuigingskracht was op.
Kwistig besopte konen
Het lebberbekken nam intussen van jaar tot jaar toe. Ook vrouwen zoenden onderling dat het een aard had. Angstig wachtte ik het moment af dat ook mannen het met elkaar gingen doen, want dan zou één van mijn weigeringsgronden onder mijn voeten vandaan zinken. Dan zou ik moeten bekennen: mensen, voor geen goud wil ik jullie lippenstift- en speekselresten en de daarin rondzwemmende bacteriekoloniën op mijn wangen. En mijn eigen lippen wens ik verre te houden van jullie kwistig besopte konen. Handenschudden is me al smerig genoeg.
Naar de badkamer
Mijn vrouw, die gedurende een bepaalde periode in haar professionele bestaan ambtshalve menige receptie bezocht, had er geen moeite mee. Ze werd veelvuldig besprongen door kwijlende heren en zoende lustig terug. Als ze thuiskwam en me wilde kussen stuurde ik haar steevast onverwijld naar de badkamer: Eerst je gezicht schoonwassen van de slijmsporen. Gelukkig had ze begrip voor mijn afwijking.
Al zeg ik het zelf
In 1998 schreef ik een column in mijn krant over dit onderwerp. Dit stukje is deels in dezelfde bewoordingen gesteld. Wat was ik mijn tijd vooruit, al zeg ik het zelf. Nu, met corona, vindt iedereen wat ik toen al vond. Toegegeven, ik noemde naast bacteriekoloniën geen virussen. Wist ik veel? Hoofdzaak is dat we van elkaar afblijven ten einde elkander niet te contamineren. Het kwijlemuilen en handjeplakken is godzijdank taboe, en dat geldt ook voor de hug, die mannen onderling steeds frequenter toepassen.
Mondkapjes
Ik snap dat mensen die thuis werken of in kleinere groepen zich niet aangesproken voelen. Maar wie dagelijks vele tientallen collega’s om zich heen moet verdragen begrijpt waar ik het over heb. Mocht de werkvloer na corona zijn oude status terugkrijgen, dan hoop ik dat het gezoen taboe blijft. Terwille van de algemene hygiëne, van de vrouwenemancipatie en omdat die kussende klefbekken dan hun pleziertje moeten missen. Maar vooral hoop ik het voor mezelf. Niet dat ik ooit nog eens een werkvloer zal betreden, maar het bespaart me de incidentele overvallen van zoenlustige dameskennissen die ik moet pareren met woorden of gebaren die wellicht als een persoonlijke afwijzing worden ervaren. Misschien moet ik na corona mondkapjes blijven dragen. Het hieronder afgebeelde exemplaar lijkt me afdoende.
5 reacties
Naar het reactie formulier
Ik koester al jaren het ‘luchtkussen ‘. Daar bedoel ik niet een opblaasbaar slaapgerei voor op de camping mee, maar een kus op afstand.
Kus en omhelzing voor Zijzee of corona gerelateerde Hoekse en Kabeljauwse twisten? Een Zijzee die bang is voor vocht, komt droog te staan. Smetvrezenden en huidhongerigen die elkaar met argwaan bejegenen? Maar gauw een prikje halen om daarna weer te kunnen hopen op een royale uitwisseling van ruime hoeveelheden lichaamsvocht uit alle zichtbare en onzichtbare lichaamsholtes.
Dit moet voor jou een fantastisch jaar worden.
Dat zou mooi zijn. En er zijn nog wel meer collateral benefits van corona. Minder files, minder bumperklevers, minder strepen in de lucht, minder lawaai, nooit meer vuurwerk (hopelijk), minder asfalt, minder afval (hopelijk) – heel algemeen: minder drukte, gekte en vuilspuiterij. Zou dat mogen beklijven? Daarop hef ik het glas!
Ha Ha Ha Ha Ha Ha Ha Ha . O sorry, net iets teveel aerosolen.