Vroeger zei de boerin tegen haar kinderen: poepen doe je thuis. De poepton werd leeg gekieperd op de strontbult. Om het boerenland vruchtbaar te maken telde ieder grammetje mest. Tegenwoordig verzuipen we erin en mogen de boerenkinderen op school hun drolletjes zonder gewetenswroeging buitengaats doortrekken.
Minister Wiersma (ús Femke) van de BBB zei in haar eerste kamerdebat dat ze ‘ervoor open staat’ dat boeren hun mest opslaan in mestsilo’s en mestzakken. Die silo’s kende ik al, in het landschap waar ik woon zijn ze niet te missen. Maar mestzakken? Ik probeerde me voor te stellen hoe de mestzakken er uitzien die aangerukt moeten worden als de gierput vol is. Ik zag een soort zandzakken van dik plastic voor me van twee kuub of zo, gestapeld tegen schuren op boerenerven, afgeladen met mest, wachtend op betere tijden.
Evolutie
Als baby-bedrijfsopvolger begreep boer Jan nog niet dat hij een leven lang in de shit zou blijven zitten.
Arme boer
Wat een misvatting. De mestzak is het resultaat van een jarenlange evolutie die een hoge vlucht heeft genomen. Er is geen behoefte aan een minister die er voor open staat, ze zijn al lang in gebruik. De mestzakhandel is een florerend verdienmodel. Een voorbeeld? In Drachten heb je het bedrijf Mesttechniek.nl, dat op haspels gerolde pvc-mestzakken levert ‘voor tijdelijke en verplaatsbare opslag.’ Vers van de rol kost een zak van 350 kuub 15000 euro. 15000! Arme boer.
Smeuïg
Maar wat is nou helemaal 350 kuub? De Handelsonderneming van Jannes Oostra in Dieverbrug levert mestzakken tot 5000 kuub. Oostra regelt tevens de benodigde hulpmiddelen, zoals de mestmixer, die met hoge stuwkracht door speciaal ontworpen mestgaten de mest mixt tot ‘een optimale samenstelling’. Mmm, lekker smeuïg! Uiteraard is de mestzak van duurzaam materiaal. Het milieu gaat de boeren immers boven alles, dat hebben ze bij Jannes Oostra Handelsonderneming scherp in het snotje.
Het idyllische boerenbestaan: koetje boe en varkentje knor
Hofleverancier
Het kan altijd groter. Alligator Mestzakken kunnen wel tot 7000 kuub mest bevatten. Dat is dus goed voor zeven miljoen liter smeuïge stront. Albers Alligator te Wageningen is de producent. Hij is tevens hofleverancier, zo meldt de firma trots op haar website. Ik probeer me daar niets bij voor te stellen. En zo kan ik nog uren doorgoogelen. Het complete failliet van een dolgedraaide dierenhouderij wordt hier in een digitale schaduwwereld blootgelegd. Zeiden ze niet altijd al dat de duivel op de grote hoop schijt? We zijn van god, de dieren, het milieu en de rede los. Het stinkt!
Nachtmerrie
De nacht na deze bevindingen had ik een nachtmerrie. Ik droomde dat Geert Wilders op bezoek was bij Orban. De heren omhelsden en knuffelden elkaar langdurig. Dat is op zich al een nachtmerrie waard, maar het werd nog erger. Even later liepen ze met Poetin samen door het Kremlin. Za zdaróv’je, klonk het en ze gooiden achter hun rug wodkaglazen op de grond. Navoz, navoz, riepen ze schaterend, een kozakkendans uitvoerend. Is er iets met de NAVO, vroeg ik angstig aan Wilders? Welnee, zei hij, navoz betekent mest. We hebben zojuist het Nederlandse mestprobleem opgelost.’
Dankbaar
Enorme transportvliegtuigen landden bij veeboeren op het erf en laadden kolossale zwarte mestzakken van 7000 kuub in. Overal zwermden mestmixers als drones om de vliegtuigen heen. Wilders en ik keken toe. ‘Poetin neemt al onze mest af. Die gaat naar Rusland’, zei Grote Geert, ‘Gratis. Daar kunnen ze die mest goed gebruiken. Onze boeren kunnen weer uitbreiden. Dankzij mij. Ik krijg voortaan alle BBB-stemmen. Caroline, zeg maar dag met je handje!‘ Een boerin kwam op me af. Ze schortte haar rok op en poepte op het erf. ‘Goed van Geert hè? Wij mogen hier ook weer poepen’. Ik herkende Van der Plas. Ze was oud en miste twee tanden.
De bruine vloot
Angstzweet
Toen zat ik in een cockpit, om me heen zag ik een formatie vliegtuigen die tegelijkertijd hun laadklep openden en de mest lieten lopen. ‘Waar zijn we,’ vroeg ik? ‘De Donbas’, antwoordde piloot Wilders. In de diepte liepen de loopgraven vol stront. ‘Zo helpen we elkaar uit de brand’, zei hij, ‘dat lukt niet als je in je luie stoel in Den Haag blijft zitten’.
Badend in angstzweet werd ik wakker. Tussen de klamme lakens vroeg ik me af hoe vaak onze boeren geteisterd worden door nachtmerries. Hadden ze, als ze alles van tevoren hadden geweten over die mestzakken en -mixers, een ander vak gekozen? Of dromen ze nog steeds van een idyllisch bestaan met koetje boe en varkentje knor?
Achteraf kijk je de koe in de kont.
2 reacties
Van huis uit was ik al voorgelicht hoe de landbouw op den duur volledig uit de hand moest lopen.
Mijn vader was een goede boer, die jaarlijks studiedagen volgde om zijn inzichten aan te scherpen.
Buiten dat had hij inzicht over de grenzeloze verstoring van het evenwicht tussen akkerbouw en veeteelt.
Nu zitten we met de gebakken peren.
Ik ben benieuwd waar het uiteindelijk op uitloopt met de nieuwe ploeg, vertrouwen heb ik er helemaal niet in.
Shit man, dit zaakje stinkt!