HOE TRIVIALE KENNIS TOCH NOG ZIJN VRUCHT KAN AFWERPEN

Van de Frans-Italiaanse componist Lully hoorde ik voor het eerst op de middelbare school tijdens een les over muziek. Zo’n naam blijft wel hangen in een puberbrein, daar is geen muziek bij nodig, zelfs geen Engels slaapliedje. Hetzelfde effect deed zich ook voor bij de wet van Boyle/Guy-Lussac. De naam onthield je vanwege die geile zak.

Als de leergang vol had gehangen met zulke kapstokken, dan waren er flink meer weetjes in mijn brein blijven hangen. Maar wat heb je er aan? Het rendement van zeven jaren middelbare school was bij mij sowieso niet hoog. Bij de gaswet van Boyle/Guy-Lussac hoorde een formule die ook ik heb moeten toepassen in natuurkundesommen, maar na mijn eindexamen loste die betrekkelijke vaardigheid op als natte sneeuw in de regen. Zo verging het bijna alles wat ik daar meekreeg.

Jean-Baptiste Lully ging van zijn stokje.

Koudvuur
Lully bleef een naam zonder muziek. Wel beklijfde de anekdote dat hij om het leven kwam nadat hij zichzelf in de voet had geprikt met zijn dirigeerstok. In zijn tijd, de zeventiende eeuw, was dat nog een lange stok waarmee hij op de grond de maat stampte. Lully’s bâton had een scherpe punt en ging dwars door zijn schoen heen. Hij stierf in 1687 aan koudvuur als gevolg van de verwonding. Arme kerel, maar de anekdote mocht er wezen. Noem het L’ Apotheóse de Lully, al heeft François Couperin, die een muziekstuk onder die naam componeerde, het bedoeld als eerbetoon aan zijn voorganger.

François Couperin: eerbetoon

Stierensperma
Couperin volgde Lully op als hofcomponist bij Lodewijk XIV in Versailles. Louis Quatorze ging zich zonnekoning noemen nadat hij hoogstpersoonlijk had gedanst als de opkomende zon in het door Lully gecomponeerde Ballet de la Nuit. Lully was bij de koning in de gunst gevallen doordat hij zelf ook voortreffelijk danste. Koning en hofcomponist traden meermalen samen op in balletopera’s. Tragisch dat de danspartners aan een voor de dans essentieel lichaamsdeel ten onder gingen, want ook Lodewijk de Veertiende overleed aan koudvuur aan een been. Hij kreeg nog een drankje van stierensperma, stierenbloed en hersenvocht toegediend. Waarom dat niet hielp begrijpen we nog altijd niet.

Bij deze opname had de zonne- of rampkoning het dansen vermoedelijk al achter zich gelaten.

Proleet
De zonnekoning heerste meer dan zeventig jaren, maar zijn bewind was verre van zonnig. Zo voerde hij in 1672 oorlog met Nederland (‘De Republiek’), daarmede ons land onderdompelend in ons rampjaar. Onder zijn hardvochtige bewind stierven twee miljoen Fransen de hongerdood, wat mede te wijten was aan zijn nietsontziende belastingdruk. Noord-Koreaanse toestanden dus. Louis Quatorze was een proleet, een rampkoning.

Mode
Lodewijk had graag heel Europa veroverd, maar dat lukte alleen zijn dansmode. In Versailles werd ook gedanst door het gewone hofvolk, geen ballet maar van die elegante rijdansen; die mode maakte furore aan alle Europese hoven. Als je een menuet, gigue, bourrée, gavotte, sarabande of allemande van Bach hoort en je afvraagt wat de componist van de Matthaüs Passion ophad met al dat gedans, dan moet je aan die mode denken. Bach kon er niet omheen, maar had er zo te horen ook veel schik in. Hij was niet van steen.

Johann Sebastian was niet van steen

Klein Versailles
In Duitsland was vooral het hof van Celle een centrum van Frans dansjolijt. Het werd zelfs Klein Versailles genoemd. Dat kwam omdat de aldaar heersende hertog getrouwd was met een modebewuste Française. Bach liet zich op sleeptouw nemen door een Franse dansmeester die bij Lully in de leer was geweest voordat hij in Duitsland aan de slag ging. Hij troonde Bach vermoedelijk zelfs een keer mee naar Celle. Zo loopt er een lijntje tussen Lully en Bach.

Vlijmscherpe tanden
Bach ken ik een beetje, maar van Lully had ik nog nooit een noot gehoord totdat ik een jaar of tien geleden de film Le roi danse zag, die er vol van is. Prachtmuziek, prachtfilm. Lully was een groot vernieuwer, maar een rol in mijn leven speelt zijn muziek niet. Voor mij is belangrijk dat de componist me heeft behoed voor ernstige verwondingen, want telkens als ik in de tuin met mijn hooivork in de weer ben en dat gereedschap met zijn vlijmscherpe tanden voor een korte pauze in de grond priem, kijk ik goed uit dat ik hem niet in mijn voet mik. En steeds prevel ik dan voor me uit: Merci, monsieur Lully. Zo kan triviale kennis toch nog zijn vrucht afwerpen.

Met dank aan Lully

Mopjes
Van twee leraren kreeg ik op de middelbare school muziekles. De ene noemden we de Music Mouse, de andere heette Schrik. Ze vertelden wat over muziekstromingen en componisten en lieten soms een mopje klassieke muziek horen. Het was weinig inspirerend. Na mijn pensionering volgde ik een korte cursus over Bach, waar de docent de relatie tussen de Franse hofcultuur en de grote Johann Sebastian uit de doeken deed. Zojuist ontdekte ik al googelend dat in 2013 over dit onderwerp het boek Dansen met Bach, schrijver Wim Faas, is verschenen. Ik heb het meteen besteld.

Foto van presentatie van het boek Dansen met Bach van Wim Faas.

2 reacties

  1. Mooi verhaal! En leuk dat mijn boekje zo weer eens opduikt.
    Ja, inderdaad veel Frans georiënteerde dansmuziek bij Bach. Zelf in de Matthaus Passion, al is dat werk natuurlijk vooral Italiaans georienteerd zoals te lezen valt in de opvolger van Dansen met Bach: Alla maniera Italiana.
    Succes met je blogs!
    Groeten Wim Faas

    • Max op 21 april 2021 om 12:28
    • Reageer

    Bijzonder die link tussen Celle en de dansjolijt.
    Een bekende Leeuwarder familie die zich Zelle noemt is hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit Celle. Adam Zelle die in Leeuwarden ooit een hoeden en petten zaak bestierde liet zich ook wel -geheel onterecht trouwens- baron van Celle noemen.
    Dochter van Adam, genaamd Margaretha, hield ook veel van de dans en verdiepte zich in de oosterse danskunst. Ze ging zelfs zover dat ze haar naam veranderde in Mata Hari.
    Ook bij haar liep de combinatie van dans en muziek op een catastrofe uit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.