HIJ DROOMDE DAT ZIJN MOEDER ZEI: LEKKER IS MAAR EEN VINGER LANG

De oude man lag in bed en sliep niet. Het was 5 uur in de nacht. Zo nu en dan reed een auto door de straat, licht streek over het plafond. Vroege vertrekkers of late thuiskomers? Hij overdacht zijn leven. Weinig toekomst, veel verleden.

Hij draaide zich maar weer eens om. Muizenissen besprongen hem. Mensen zouden stikken in de door henzelf veroorzaakte hitte. Ons land zou worden overspoeld door hordes vluchtelingen. En daarna nog door de zee. Dit was de laatste jaren het decor van zijn leven, hij werd er niet vrolijk van, maar het was te overkomen. Mijn tijd zal het wel duren, dacht hij. Bij de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen stond hij zelden stil, ze moesten zich er maar mee redden. Hij had iets anders aan zijn hoofd.

Fijne borrel
Hij zag ze trouwens bijna nooit. Alleen zijn zoon kwam zo nu en dan langs, in zijn eentje, nooit langer dan een half uur. De oude man wist dat hij een probleem vormde: ‘Wat doen we met opa?’ Nou, met opa doen we niks, hij weigerde feest- en verjaardagen bij wie dan ook van zijn kinderen en kleinkinderen te vieren. Bokkige oude man, vonden ze. Zijn liefste gezelschap was zijn vriend Ben, samen bij een fijne borrel en een simpele hap, zonder opgelegde gezelligheid. Maar Ben was dood. Kanker, tussen diagnose en overlijden had amper een maand gezeten. Dat was een half jaar geleden.

Gejengel
Hij draaide zich nog eens om, zijn gezicht naar de lege plek van zijn vrouw, die vijf jaar geleden was gestorven. Met zijn arm op haar lege kussen steeg zijn zelfmedelijden tot grote hoogte. Wat miste hij haar! Zij begreep hem als hij tobde en kalmeerde hem als hij zich ergerde. Daar was hij goed in, zich ergeren. ‘Een opgewonden standje.’ Zo ergerde hij zich dood aan muziek in de supermarkt. Waarom moest hij in godsnaam dat stompzinnige Engelstalige gejengel ondergaan als hij uit was op een pak melk en een kilo aardappelen? En dan ook nog die voortdurende confrontatie met al die afzichtelijk getatoeëerde lijven. Nou ja, als dat het ergste is, zo probeerde hij zichzelf te kalmeren. Zou zij ook hebben gezegd.

Druppelen
Hij stapte zijn bed uit en liep – in het donker, macht der gewoonte om haar niet te wekken – naar de wc. Vaste prik, drie keer ‘s nachts, niet aan te ontkomen. Wat een gezeik, hoewel, ‘t was meer een moeizaam op gang komend straaltje en lang nadruppelen. Zij zou hem al jaren geleden naar de dokter hebben gestuurd. Drie maanden geleden had hij toch maar de huisarts gebeld. Alleen al het keuzemenu stoorde hem mateloos. Wilt u een afspraak? Toets 2. Waar zat die twee? Niet op zijn telefoonschermpje. Toen hij er eindelijk achter was had hij moeten wachten. Al onze medewerkers zijn in gesprek, u wordt zo snel mogelijk geholpen, en dan (hoe toepasselijk) zeikmuziek, en dat steeds herhaald, wel een half uur lang.

Zegeningen
Toen hij eindelijk door was had hij gedetailleerd zijn klacht moeten beschrijven aan een meid die dat allemaal geen donder aanging. Ze was onvermurwbaar: anders kreeg hij geen afspraak. Een waas voor ogen had hij gekregen. Maar dan hoorde hij zijn vrouw zeggen: Maak je niet druk, wees blij dat je nog een huisarts hebt. En dat was waar. Bijna was zijn huisartsenpraktijk opgedoekt toen de twee nog tamelijk jonge huisartsen die hem dreven er plotseling mee kapten.

Korte vingers
De nieuwe huisarts had hem voorkomend bejegend. Ze luisterde geduldig naar zijn probleem en had beleefd gevraagd of ze hem mocht toucheren. Vooruit, dat moest maar, alles voor de goede zaak. Ze had een vinger in zijn oude reet gestoken en niets bijzonders gevoeld. ‘Maar dat kan ook komen omdat ik nogal korte vingers heb’, had ze toen gezegd. Godsamme, had me dan meteen doorgestuurd, had hij gedacht maar niet gezegd. Hij werd doorverwezen naar een uroloog in het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Daar mocht hij het gênante ritueel nog eens ondergaan. Maar eerst had hij een liter water moeten drinken en met een tot barstens toe volle blaas een uur in de wachtkamer gezeten tot hij mocht pissen op een soort troon met sensoren die de externe karakteristieken van zijn trage lozing grafisch vastlegden.

Wegen naar Rome
Het verschil in toucher had hem verwonderd. Bij de huisarts had hij enigszins gebukt moeten staan, bij de uroloog moest hij op zijn zij liggen. Sommige urologen laten je zelfs op je rug liggen, zei de uroloog desgevraagd. Ach ja, vele wegen leiden naar Rome, had hij een poging tot humor gewaagd, maar de uroloog had niet gelachen. Zijn PSA-waarde was niet schrikbarend, ook het toucher alarmeerde de uroloog niet. Over een half jaar moest hij zijn PSA maar weer eens laten prikken. Dan eventueel een MRI-scan. Dat zou afgehandeld worden door de Physician Assistant. De wat? De Physician Assistant.

No problem
Weer ergernis. Wat een benaming. Het begrip Physician Assistant is vast niet bedacht om mensen te laten begrijpen wie ze voor zich hebben, zei hij tegen de uroloog. Die was het met hem eens, maar een goed Nederlands equivalent was niet voorhanden. Assistent-arts bestaat al en de doktersassistent(e) ook. Hulpdokter, had hij gesuggereerd, maar dat lachte de uroloog vriendelijk weg. No problem, we hebben het Engels. Toch? Inderdaad. Zelfs zijn eigen kleinzoon heette Jeffrey. Getver. Waar het om ging was dat de Physician Assistant alle handelingen mag verrichten die de uroloog ook doet, behalve opereren.
Zelfs toucheren?
Ja, ook dat. Als nou de vinger maar lang genoeg is.

Sluimer
Uitgedruppeld kroop hij z’n bed weer in. Zijn kinderen wisten niets van zijn gezondheidsprobleem. Misschien viel het allemaal reusachtig mee. En anders maar niet. Als puntje bij paaltje kwam zou hij zich misschien niet tot in het oneindige laten behandelen. Hij was 82 en ouderdom komt met gebreken. Wat wil je dan nog? Van oude mensen en dingen die voorbijgaan. Moe was hij. Hij wou dat hij er niet meer was, maar evenmin wilde hij dood. Inmiddels was het zeven uur, het werd werd drukker in de straat. Allemaal vertrekkers, maar hij bleef liggen. De toekomst is aan het verleden. Hij viel in een lichte sluimer en droomde dat hij bij zijn moeder aan tafel zat. ‘Lekker is maar een vinger lang’, zei ze.

5 reacties

Naar het reactie formulier

    • Gerrit van der Niet op 12 oktober 2023 om 21:20
    • Reageer

    – Op de dag van mijn dood… (dec. 2020)
    – Hij droomde dat zijn moeder zei… (okt. 2023)

    Het jaar loopt ten einde en dan is er ineens weer
    zo’n pracht-Zijzee die over onszelf gaat.

    Bedankt, Piter!

    • Menno Samplonius op 7 oktober 2023 om 19:04
    • Reageer

    Zijzee, zo’n krachtig pseudoniem als dat van jou past toch niet bij dat problematisch gedruppel van deze bejaarde. Laat hem via jouw vaardige pen stoppen met dat prostaatgezeik en leer hem tijdig in schoonheid te sterven. Of zoals mijn moeder zaliger placht te zeggen: “Het kan wel op al is het lekker”.

    • Dirk Dragstra op 7 oktober 2023 om 14:36
    • Reageer

    Toch een opsteker: nog maar 5 jaar druppelen.

    • Ollo Steenhuizen op 6 oktober 2023 om 15:38
    • Reageer

    Indringende zijzee, van literaire waarde, is ook drager van een hilarische ondertoon, echter jaagt tevens de stuipen op het ( achter )-lijf van de doelgroep van zijzee. Het valt te hopen dat de vinger uit de droom een is van een klein uitgevallen moeder.

    • Martin Koster op 6 oktober 2023 om 11:23
    • Reageer

    it doesn’t get any better, piter!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.