GROOTSTE PARTIJ HOEFT NIET PREMIER TE LEVEREN, MAAR DIE PUDDING IS VAN GISTEREN

Moet Rutte zich net als Asscher terugtrekken vanwege het toeslagenschandaal? Ik denk dat hij zich ook kan rehabiliteren door in een nieuw kabinet met de VVD niet terug te keren als premier. Dan kan hij in de Tweede Kamer als voorzitter van de grootste fractie een nieuwe toon zetten. Nog mooier zou het zijn als tegelijkertijd de VVD het premierschap overlaat aan een minder bezoedelde partij. Dat kan, want er is geen wet in Nederland die gebiedt dat de grootste partij de minister-president levert.

Sommige gebeurtenissen verdwijnen maar niet van mijn netvlies. Zo zie ik nog steeds voor me hoe Wim Kok op de avond van de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 zijn samengekomen PvdA-achterban toeriep: “Mensen, wat een prachtige avond!” En dat terwijl de PvdA zojuist 12 zetels had verloren: van 49 naar 37. De tv registreerde hoe de onnozele Kok-halzen hem luide toejuichten bij dit verlies van een kwart van de aanhang.

Uitzinnig
De reden tot deze uitzinnige vreugde was dat de PvdA de grootste partij was geworden, omdat het CDA nog veel meer zetels had verloren. En de grootste partij mag de premier leveren als ze er in slaagt een coalitie te smeden. Hoe fijn is dat? Heel fijn kennelijk. Kok werd dus premier, wat hem een jaar later bewoog zijn ‘ideologische veren’ af te schudden. Het leidde op termijn tot de ondergang van zijn partij, mee dankzij zijn opvolgers, die zijn lijn doortrokken.

Wim Kok: Prachtige avond
(Foto PvdA)

Fantaserende lijsttrekkers
Over ruim twee maanden, op 17 maart om precies te zijn, hebben we weer kamerverkiezingen. Nu al zagen we weer diverse fantasierijke lijsttrekkers op de buis voorbijkomen, die tegen beter weten in voor het premierschap gaan. Sigrid Kaag bijvoorbeeld voor D66, Wopke Hoekstra voor het CDA en Lodewijk Asscher, die die rol voor de PvdA wilde gaan vervullen, maar om andere redenen moest afhaken. Ze moeten deze illusie tegen beter weten in wel in de lucht houden om voor hun electoraat optimisme en bekwaamheid uit te stralen. Ook wel om de moed er zelf een beetje in te houden.

Sigrid Kaag: Noodzakelijke illusie (foto D66)

Klinkende overwinning
Zondag zag ik Jesse Klaver bij Buitenhof. Bij hoge uitzondering legde de interviewer van dienst de GroenLinks-leider deze keer niet de vraag voor of hij premier wil worden. Vier jaar geleden zag hij het als de Trudeau van de lage landen helemaal zitten. Maar Klavers fantasie nam zondag toch weer een hoge vlucht. Hij wil Rutte met een klinkende overwinning in samenwerking met de PvdA en D66 uit het Torentje verdrijven. De SP noemde hij niet (bij politici moet je goed letten op wat ze niet zeggen), evenmin als de Christen Unie en het CDA.

Jesse Klaver: Och arme (foto GroenLinks)

Dertig zetels
Peilingen zeggen niet alles, maar ook niet niks. Zelfs niet in de huidige politieke hectiek. De huidige stand van zaken is dat de drie linkse partijen, inclusief de SP, samen op dertig zetels staan. Samen met D66 en de ook wel wat linkserige ChristenUnie komen ze nog 25 te kort voor een meerderheid. Och arme, er zit voor links niets anders op dan bij rechts aan te sluiten: CDA en VVD dus. Tenzij ze buiten de regering willen blijven.

Hitsers en splitsers
Nederland is rechtser dan links en beslist niet linkser dan rechts. Toch zit een kabinet uitsluitend over rechts er niet in zolang hitsers en splitsers als Wilders en Baudet niet mogen meedoen. De huidige coalitie, nu al zonder meerderheid, komt volgens de peiling vijf zetels te kort. Er moet dus een welwillende linkse partij bij. GroenLinks? Zal haast wel moeten, de PvdA en de SP zie ik het niet doen. Lodewijk Asscher, door zijn steunpilaren zo geprezen om zijn ‘feilbaar en lerend leiderschap’, heeft een harde les geleerd van het meedoen onder Rutte. De PvdA houdt dus afstand. De SP wil sowieso niet met de VVD.

Asscher: Geprezen om zijn feilbaarheid, maar moest toch weg (foto PvdA)

Schip in het midden
Stel dat er een kabinet VVD-CDA-D66-CU-GroenLinks komt, dan wordt Rutte weer premier. Maar waarom? Waarom zou de meest rechtse exponent van een kabinet de premier moeten leveren? Waarom niet kiezen voor een premier die tussen de partijen in staat, bijvoorbeeld van D66? Dat had wat mij betreft al voor de hand gelegen bij de twee paarse kabinetten. Een man als Jan Terlouw had het schip uitstekend in het midden kunnen houden met links de PvdA en rechts de VVD naast zich. Maar nee, Kok moest het worden, als gold het een wet van Meden en Perzen.

1966: Wim Kan bezong op zijn oudjaarsconference met ‘Jelle zal wel zien’ premier Jelle Zijlstra.
(foto Rijksoverheid)

Jelle en Open Barend
Toch bestaat er zelfs geen Nederlandse wet die voorschrijft dat de grootste coalitiepartij de premier levert. Ik herinner me nog de kabinetten onder Zijlstra (‘Jelle zal wel zien’) en Biesheuvel (Open Barend), beiden van de ARP. Zeventig-plussers hoef ik niet uit te leggen dat deze gereformeerde partij, die veel kleiner was dan de katholieke KVP die ook in die kabinetten meedeed, later opging in het CDA. Biesheuvels kabinet stopte in 1973, het was de laatste regering met een premier van een kleinere coalitiepartner aan het roer.

Biesheuvel, bijgenaamd Open Barend omdat hij de eerste wet Openbaarheid van Bestuur voorbereidde. (foto: Rijksoverheid)

Pudding van gisteren
Die gewoonte dat de grootste coalitiepartner de premier levert is dus betrekkelijk jong, verplicht tot niets en kan rechtstreeks de kliko in. Dan kan iemand als Kaag toch nog minister-president worden. Er is nu meer reden voor dan ooit, want D66 zit het minst diep in het schandaal en heeft er al een bewindsman aan verloren. Kaag zelf stond er helemaal buiten. Ze zou een verademing zijn. Kunnen zijn, bedoel ik, want the proof of the pudding is in the eating. Maar die pudding zullen we wel nooit mogen aanschouwen, laat staan eten, want onze politici doen wel schuldbewust, maar zijn het niet. Daar zijn ze te hanig voor. U ziet, ook ik heb mijn fantasieën, maar die pudding is helaas van gisteren.

Mop van Supersister
Jelle Zijlstra werd na zijn premierschap president van de Nederlandse Bank. Van Barend Biesheuvel, ook wel ‘mooie Barend’ genoemd omdat sommigen hem een knappe kerel vonden, hebben we na 1973 nog maar weinig gehoord. Hij vervulde diverse commissariaten en adviesfuncties. Pudding en Gisteren is een mop waar ik als lagere-schooljongen dubbel om heb gelegen. De grap leeft nog, zo bleek toen ik hem googelde. Tot mijn verbazing heeft de band Supersister in 1972 een plaat opgenomen met die naam. Dat had ik gemist.

Pudding van Gisteren (foto Freepik)

POETISCHE TOEGIFT
*******************
De liefde van de kiezer
Da’s geen vraag
Gaat door de onderbuik

Dus niet naar Sigrid Kaag

1 reactie

    • Jos op 16 januari 2021 om 21:59
    • Reageer

    Beste Piter,

    Met veel belangstelling heb ik je zijzee gelezen. Alle namen kwamen me bekend voor.
    Wat er verder met genoemde mensen gebeurd is, nadat zij de politiek verlaten hebben,
    weet ik niet. Maar jij als journalist moet voor deze dingen een ijzeren geheugen
    hebben. Klopt dat.?
    Ik zou het heel prettig vinden als Rutte opstapt als premier. Mijn hekel aan hem heeft te
    maken met zijn tactiek om zich of rechtsom of linksom overal uit te werken als het hem
    beter uitkomt.
    Die draaikonterij kan ik niet waarderen, verafschuw ik beter gezegd.
    Ik begrijp niet dat mensen zo achter hem aanlopen.
    Ben benieuwd naar de verkiezingsuitslag.

    Hartelijke groet,
    Jos

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.