Het Drents Museum plaatste een wandtekst bij een tentoonstelling over Pompei en Herculaneum waarin staat dat er in deze steden ook slaven leefden. Maar er staat niet ‘slaven’, er staat ‘tot slaaf gemaakte mensen’. Ik stoor me aan deze uitdrukking, in deze context meer nog dan anders. Moeten we ons zelfs tegenover slaven van 2000 jaar geleden verontschuldigen?
Ook is de wijze van uitdrukken gekunsteld, lelijk en omslachtig. Nauwelijks vol te houden bovendien. Ik heb een dik boek over slavernij in de kast staan, waarin de schrijver probeert de wereldwijde geschiedenis van de slavernij uit de doeken te doen. Hij schrijft gewoon over ‘slaven’ en ‘slavinnen’ zonder je ook maar een moment het idee te geven dat slaven hun lot aan zichzelf te danken hadden. Als hij iedere keer ‘tot slaaf gemaakte’ had moeten schrijven was het boek onleesbaar geworden.
Galeislaven
Een stukje verderop hangt aan de wand een afbeelding van een galei. Wie aan de riemen zaten werd niet vermeld, maar ga er maar van uit dat het slaven waren. Toevallig stond ik net naast een museummedewerker. Ik vroeg hem: hoe zou je nu in jullie politiek-correcte taaltje galeislaven noemen? Hij wist het zo gauw niet. Ik ook niet, maar eigenlijk is het simpel zat: tot galeislaaf gemaakte mannen.
Eieren
Hoewel, waren het wel mannen? Pas op! Die medewerker vertelde me dat ze bij het museum tegenwoordig erg op hun tellen passen als ze groepen ontvangen. Ze mogen hun welkomstwoordjes niet beginnen met ‘Goedemiddag dames en heren, jongens en meisjes’. Stel je voor dat er iemand tussen zit die zich man noch vrouw voelt. Dan heb je de poppen aan het dansen, voor je ‘t weet zit je met je nek in de strop. Ja, het is tegenwoordig op eieren lopen. Dat wordt dus ‘goedemiddag allemaal’.
Kwetsend
Eerlijk gezegd stuit die ‘tot slaaf gemaakte mens’ mij als newspeak meer tegen de borst dan het taboe op ‘dames en heren, jongens en meisjes’. Sinds kort weten we dat er mensen bestaan die man noch vrouw zijn. Die tellen ook mee, daar moet je prudent mee omgaan. Dat ik me desondanks nog steeds vergaloppeer bewees ik laatst toen ik in een gezelschap dat oreerde over de isolatiewaarde van dubbele ruiten (met AA++ of zo) de duit in het zakje deed dat wij thuis lhbti++ ramen hebben. Ik dacht dat dat grappig was, maar ‘t was kwetsend. Ik zal het nooit meer doen, erewoord.
Behoefte
Over ‘tot slaaf gemaakte mensen’ struikel ik veel harder, want die mensen waren toch slaven? Denken de mensen die willen dat wij tot slaaf gemaakten zeggen nou heus dat wij geloven dat hun voorouders hun slavernij aan zichzelf te danken hadden? En dat ze ook maar iets opschieten met deze taalcorrectie?
Toch begrijp ik ze wel een beetje. Vermoedelijk zouden ze er geen behoefte aan hebben als ze tegenwoordig niet zelf ook nog steeds gediscrimineerd werden. Ik heb meer de neiging me daarvoor te verontschuldigen dan voor de fouten van onze voorouders.
Knecht
Een woord dat je tegenwoordig nog maar weinig tegenkomt, maar misschien nog wel mag gebruiken, is knecht. Een knecht zou je kunnen zien als een slaaf die mag weglopen. In theorie althans, want in de praktijk viel dat niet mee. Slovende vrouw, bloedjes van kinderen, brood op het schamele plankje. Het knechtschap in vorige eeuwen was misschien een betere positie dan slavernij, maar geen lolletje. Mijn bet-overgrootvader was knecht. Daar stond hij, begin negentiende eeuw, pet in de hand, de uitkafferingen van zijn baas in ontvangst de nemen. Een cent voor zijn gedachten, maar de wereld draaide door.
Huisknechten, boerenknechten, stalknechten, mensen zonder rechtspositie. Tegenwoordig kennen we alleen nog de knechten van Sinterklaas. Mits ze niet zwart zijn, en dat is terecht.
Moeten we het voortaan over de ‘tot knecht gemaakte mensen’ hebben? En over de ‘tot meid gemaakte vrouwen’ die de keuken schrobde?
Bajesklanten
Laten we het hebben over gedetineerden. Deze mensen zijn niet vrijwillig achter de tralies gaan zitten, ze zijn opgepakt, berecht en veroordeeld. Ze kunnen het vaak niet helpen dat dit lot hun trof. Zwak sociaal milieu, verkeerde vrienden, kansloze allochtoon, zwak karakter, psychopathologische pech, wie vrij is van een dergelijke ballast mag zich afvragen of het zijn eigen verdienste is dat hij niet in de bajes zit. Maar één mazzeltje hebben al die bajesklanten gemeen: ze worden gedetineerde of gevangene genoemd, begrippen waaruit blijkt dat ze niet zichzelf achter slot en grendel hebben gezet. Zouden zij of hun nageslacht zich door deze benamingen gerehabiliteerd voelen?
5 reacties
Naar het reactie formulier
Zijn wij niet allen onvrijwillig tot mens gemaakten?
Bestaat de vrije wil wel?
De echte slaven zijn de Nederlanders die slaafs de mode volgen en slaven tot slaaf gemaakten menen te moeten noemen.
Beste Piter,
Ik ben blij met deze gedachten die weer aanzetten tot mededogen voor allen die het in het leven niet getroffen
hebben met hun levensomstandigheden waaraan ze in hoge mate zelf niet verantwoordelijk voor zijn.
Wat kunnen we er aan doen? Welke hulp hebben we te bieden als maatschappij? De jeugdzorg
is dagelijks in het nieuws, schijnbaar zijn wij mensen niet voldoende uitgerust om tot persoonlijke bloei te komen.
Je hebt GELUK als het wel zo is.
Dank voor je analyse.
Weer helemaal mee eens, Zijzee. Maar ja, ik ben natuurlijk een blanke man op leeftijd. Nee, niet wit, ik ben niet kleurenblind.
Wel heb ik aan dat woord gedetineerden, als kersverse hoofdredacteur van de Bonjo, krant voor (ex-)gedetineerden, eigenlijk ook de pest. Het is mooipraat voor gevangenen, anders niks. Ik ga m’n best doen om dat woord in die krant (ja heus, bestaat echt, kijk maar op bonjo.nl) zoveel mogelijk te vermijden. Je hebt me weer gesterkt in dat voornemen, Pit, dank!