In de AH word ik wee van de debiliserende Sinterklaasliedjes die onafgebroken uit de speakers boven mijn hoofd jengelen. Volgende week gaan ze over op zouteloze kerstliedjes. Daarna krijgen we weer de doorlopende stroom muzak die maakt dat ik altijd zo snel mogelijk naar buiten wil. Toch schijnt die muziek mijn kooplust te bevorderen.
Ik vroeg personeelsleden van AH of ze niet hoorndol worden van de hele dag dat gedrens. “Ik vind het wel gezellig”, zei de een, “wel zweervol en zo.” “Ik hoor het niet eens”, zei een ander.
“Dat is precies de bedoeling”, zegt prof. dr. Gerardus Prankman, buitengewoon hoogleraar muzak en welbevinden aan de Faculteit der Schone Kunsten van universiteit van Ukkel. “Muzak moet niet de aandacht trekken, als de mensen gaan luisteren leidt dat af van het kopen.”
Prankman is afgestudeerd musakkoloog (Princeton) en psycholoog (München); ik spreek hem telefonisch.
Klopt het dat muzak de verkoop aanjaagt?
“Dat is een algemene aanname die al tientallen jaren door de commercie is omarmd, maar het onderzoek eronder was niet sterk. Best mogelijk dat het niets uitmaakt. Muzak is overigens niet alleen voorbehouden aan ruimtes waar je de portemonnee kunt trekken. Je hoort het ook in liften, hotellobby’s, op vliegvelden en bij de tandartsen. Het gaat door voor kalmerend.”
Gaat u het effect op de kooplust opnieuw onderzoeken?
Wellicht, maar een dergelijk onderzoek is nauwelijks uitvoerbaar. Dan moet je dezelfde groep mensen onder verder identieke omstandigheden laten winkelen met en zonder muzak. Maar er zijn zoveel meer factoren die het koopgedrag beïnvloeden waar wij geen grip of zicht op hebben. We zullen zien of we die kunnen elimineren, maar ik zie nog niet scherp voor me hoe.”
Er zijn ook mensen die zich aan muzak ergeren. Sommigen gaan er van door het lint. Moeten we daar geen rekening mee houden?
“Laatst sprak ik zo iemand. Die zei over muzak: tinnitus is erger, maar het komt wel in de buurt. Wij bereiden een fundamenteel onderzoek voor naar de ernst van het probleem. We arresteren een representatieve groep van 1000 mannen en vrouwen en stellen ze voor de keus: doodstraf of vijf jaar cel met ononderbroken muzak. Mijn hypothese is dat ongeveer 5 procent meteen de doodstraf verkiest. Dan zegt meteen al veel. En ik vermoed dat na verloop van tijd bijna iedereen smeekt om de dood. Het gaat erom hoe lang dat duurt, de een zal het langer volhouden dan de ander. We maken ze natuurlijk niet echt dood, maar dat vertellen we pas achteraf.”
Maar dat kan toch niet? We hebben hier niet eens de doodstraf.
“Daarom moeten we het onderzoek helaas uitvoeren in een land dat de doodstraf nog wel kent. Ook moet het experiment worden uitgevoerd tegen de achtergrond van de Europese cultuur. We zouden het in China met medewerking van de regering op Oeigoeren kunnen uitvoeren, maar dan kunnen we de resultaten niet één op één doortrekken naar onszelf. Het wordt dus moeilijk, maar mijn hoop is gevestigd op Hongarije. De politieke ontwikkelingen daar zijn hoopgevend, over een jaar of wat moet het kunnen lukken.”
Het lijkt me een onnodig wreed onderzoek.
“Wreed? Misschien. Maar onnodig, dat niet”. De professor lacht een wetenschappelijk lachje. “En dit is nog maar de eerste stap. Daarna herhalen we het onderzoek met een nieuwe groep, maar die moeten kiezen tussen de doodstraf en celstraf met hun lievelingsmuziek. Dan kiest iedereen voor de celstraf, maar ik voorspel dat al die mensen met hun zogenaamde lievelingsmuziek veel eerder om de doodstraf smeken dan met muzak. Dan hebben we bewezen dat muzak minder hinderlijk is dan zogenaamde gewone muziek en is mijn stelling bevestigd dat muzak de hoogste muziekvorm is. Muzak is de meest uitgekiende vormgeving van de akoestische ruimte. Veel mensen willen daar niet aan, maar hun snobisme belemmert ze van muzak te genieten.”
Wat wilt u met de resultaten van zulk onderzoek?
De professor zucht. “Altijd die vraag naar het nut. Het gaat om fundamenteel onderzoek, onderzoek om het onderzoek dus. Maar goed, het kan tot iets leiden. Zo onderwerpen we de proefpersonen eerst aan een uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek. Gecombineerd met het hoofdonderzoek zou best eens kunnen blijken dat mensen die hinder van muzak ondervinden al psychisch getroebleerd waren. Dan moet je dáár wat aan doen.”
Moeten we muzak niet principieel verbieden? Het speelt zich af in de openbare ruimte, waar muziek van nature afwezig is. Wie geeft iemand het recht daar op in te breken?
”Een winkel is geen openbare ruimte, je bent daar slechts te gast. Niemand dwingt je er naar toe te gaan. Persoonlijk vind ik, als het dan toch moet, een verbod op muziek eerder passend in winkelstraten, daar klinkt ook vaak muzak. Draaiorgels en straatmuzikanten is weer wat anders. Maar dit is niet mijn expertise, ik ga daar niet over”.
Professor, dank voor dit gesprek.
“Het genoegen was aan mijn zijde. Ik wens u een fijne Sintniklaas en daarna prettige koopweken met veel kerstmuzak. Jingle all the way, haha”.
Volumevermuzakkisering
Volgens Prankman worden in winkels steeds vaker gewone popliedjes gedraaid, maar zo zacht dat niemand zich er een buil aan valt. “Dat noemen we volumevermuzakkisering, in tegenstelling tot de traditionele vermuzakkisering, waarbij arrangeurs alle scherpe kantjes van de oorspronkelijke composities wegpoetsen. Volumevermuzakkisering is goedkoper, maar muzakgebruikers moeten altijd auteursrechten betalen. Dat rekenen ze door aan de klant, dus in de winkel betaalt u zelf voor uw muzak.”
1 reactie
In de nieuwe OPENBARE BIBLIOTHEEK in Deventer, die gebouwd is en gexploiteerd wordt met gemeenschapsgeld, is het niet meer mogelijk om rustig een krantje of een tijdschrift te lezen. De hele dag komt er muzak uit de speakers van de “horeca-bali”.
Rinkelende schoteltjes? Piepje van een oven? Gerinkel van een kassa?
MUZAK die wordt bepaald door een paar individuen die toevallig achter de bar staan? NEE. NEE, en nog eens NEE!
Er zijn oortjes te koop. Laat medewerkers die niet tegen stilte kunnen, die oortjes gebruik die om naar eigen muziek te luisteren, maar laat ze afblijven van de alledaagse geluiden in de openbare ruimte.