Vergevorderde zeventigers zoals ik willen wel eens fantaseren over wat er komt na hun dood. Dat heb ik tenminste. Tot nu toe fantaseerde ik daarbij niet zozeer over mezelf (hoe dat zit denk ik wel ongeveer te weten) maar over wat ik achterlaat. U bijvoorbeeld.
Natuurlijk weet ik dat u t.z.t. ook dood gaat. Dat is jammer voor u, maar mooi voor mij, want ik moet er niet aan denken dat ik als enige dood zou gaan terwijl ieder ander blijft leven. Dat zou ik heel onrechtvaardig vinden.
Afmaken die vent
Stel je voor dat iedereen zou blijven leven na mijn dood. Je kunt nooit bewijzen dat dat niet gebeurt, je bent er niet bij, dus je mag best even bij die mogelijkheid stilstaan. En stel dat iedereen wist: ‘Als Zijzee dood is krijgen we allemaal het eeuwige leven.’ Ik zou mezelf geen dag meer geven. ‘Meteen afmaken die vent.’ Ik zou een soort Jezus zijn; die is ook gestorven om de rest van het zootje het eeuwige leven te bezorgen. Zo ongerijmd is deze fantasie dus nog niet.
Hamvraag
Mensen denken na over de dood, maar dieren ook? De Volkskrant bracht er zaterdag 15/3 een verhaal over. Er stond niets in over wat voor mij de hamvraag is. Dat is of dieren zich bewust zijn van hun sterfelijkheid. Ik heb het dan niet over insecten of zo, maar over honden, katten, olifanten, apen, dat soort spul. Zelf vermoed ik dat ze er geen benul van hebben. Om die reden ben ik wel eens jaloers op dieren. Die denken bij een pijntje nooit: o god, ik heb vast kanker. En ook niet ‘eigen schuld, dan had je maar niet zoveel moeten roken en zuipen’. Acute doodsangst hebben ze misschien wel, bijvoorbeeld varkens die de slachterij ingejaagd worden. Tijdens het transport naar Parma zijn ze vast ook bang, maar of dat doodsangst is? Je kunt ook zeggen dat elke angst een aftreksel is van doodsangst. Een functioneel instinct, dat kan bestaan zonder een echt doodsbesef.

Bezwering
Dat Volkskrantartikel gaat over rouwende olifanten, die zand over een dode olifant gooien. Over apenmoeders, die dagenlang een dood apenkind met zich meezeulen. Over kraaien, die in een groep wel een half uur lang luid krassend om een dode kraai heen blijven staan. De studie naar dit soort verschijnselen heet ‘evolutonaire thanatologie’. Thanatos is Grieks voor de dood. Wat mij doet denken aan een bevriende Griek, die Athanasios heet, wat ‘niet dood’ of ‘onsterfelijk’ betekent. Een bezwering als naam.

Loslaten
Die evolutionaire thanatologen kunnen dit diergedrag niet echt verklaren. Over het zeulen met dode baby’s door apen doet eentje er een gooi naar: ‘Vaak geloven wij mensen een recent sterfgeval van een naaste ook niet helemaal. Wij kunnen ook niet zomaar loslaten. Niet voor niets worden mensen soms een week opgebaard’. Is dat nu rouwen of niet? Beetje vaag. Van die kraaien moeten we ons niet voorstellen dat ze rouwen. Volgens een deskundige zien ze de hun dode makker vooral als waarschuwing: pas op, gevaar in de buurt. Als ik een kraai was zou ik dan zorgen dat ik weg kwam. Natte vingerwerk, dit soort redeneringen. Ik denk dat de evolutionaire thanatologie nog in de kinderschoenen staat.

kraaien
Brokjes genoeg
In het artikel staat ook een stukje over honden die hun dode baasje op- of aanvreten. Vooral hun gelaat. Daar zijn tientallen gevallen van bekend. Ook hier blijft het gissen naar een verklaring. Honger is niet per se de motivatie, ook niet bij honden die dagenlang alleen thuis achterblijven bij hun overleden baas. Bij een kwart van de beschreven gevallen lagen er nog brokjes in het bakje. Linksom of rechtsom, die honden houden van hun baas. Het is pure horror.
Schedels
Ook zonder antwoord op mijn hamvraag is het verhaal interessant genoeg. Neem bijvoorbeeld twee sterke staaltjes van onderscheidend vermogen bij olifanten en chimpansees. Deze dieren kregen schedels voorgelegd van verschillende diersoorten, waaronder die van hun eigen soort. Blijken de olifanten het meest geïnteresseerd in olifantenschedels en chimpansees in die van chimpansees! Een onderzoeker vermoedt dat chimpansees net als wij er van nature op getraind zijn gezichten van de eigen soort te herkennen. ‘Die schedels zien er gewoon uit als iets dat op henzelf lijkt’, aldus deze evolutionair thanatoloog.

….mijn tweede schedel…
Mensenschedel
Zelf erfde ik een mensenschedel die mijn vader op zijn boekenkast had staan. Daar herken ik mezelf totaal niet in. Ik weet wat het is omdat het me verteld is. Ben ik nou zo dom of is die chimp zo slim?
Ik heb nooit mijn lichaam ter beschikking willen stellen van de wetenschap, maar nu wil ik alsnog een uitzondering maken. Als ze weer eens zo’n proef doen met chimpansees mogen ze mijn schedel er tussen leggen. Als het beest mij eruit pikt is bewezen dat chimpansees doorhebben dat mensen apen zijn. Zo geef ik de evolutionaire thanatalogie een postmortale schop onder de kont.
Zo fantaseer ik toch nog een beetje over mezelf na de dood.
Opoe
U kunt zich afvragen waarom ik niet ogenblikkelijk mijn tweede schedel afsta. Dat is omdat hij vermoedelijk al een keer aan de wetenschap is geschonken, namelijk toen hij nog vastzat aan een compleet stoffelijk overschot, dat op een snijzaal is ontleed en chirurgisch afgekloven. Daarna is deze schedel onder de medische studenten verloot. Zo belandde menige hologige hersenpan bij dokters in de spreekkamer teneinde de geachte clientèle te wijzen op de beperkingen van de geneeskunst. Dit is mijn interpretatie van een gang van zaken in de jaren dertig van de vorige eeuw. Ik was er niet bij en het is me niet verteld, maar ’t zal je opoe maar wezen. Dat hoofd verdient beter dan nogmaals aan de wetenschap geofferd te worden.

Recente reacties