DE KONING ZAG NEDERLAND OP ZIJN ALLERBEST

Aan het koningshuis erger ik me liever niet. Het is als met het weer: je kunt er niets aan doen. Al gaat de vergelijking verder mank. Zo heb je soms prachtig weer. Van prachtige koningshuizen heb ik nog nooit gehoord.

Diep van binnen ben ik republikein. Ik vind het absurd dat de kwaliteiten van een staatshoofd afhangen van wat zich op welk moment afspeelt in een sponde. Als dat schot in de roos één seconde eerder of later was afgevuurd hadden we een ander staatshoofd gehad. Maar ik doe het er mee, door het volk gekozen staatshoofden zijn vast ook niet alles.

Eén seconde

Compromis
Ik heb wel eens gedacht aan een compromis tussen republikeinen en oranjeklanten: we kiezen voortaan onze koning(in) uit de Oranjes. Iedereen lid van die inmiddels uitgedijde familie mag zijn vinger opsteken. Amalia en haar zusjes mogen zich allemaal verkiesbaar stellen, maar ook alle neven en nichtjes, ooms, tantes, ja zelfs die met die bril. Misschien gooit die laatste wel de hoogste ogen, want hij is een van de drijvende krachten achter het circuit van Zandvoort, dat zich bij ons volk in een immense populariteit mag verheugen.

De brillenkoning

Ja, dat moest
Aan wat zich in Zandvoort afspeelt erger ik me liever ook niet. Dinsdag zat ik toevallig op een strandterras bij Egmond. ‘Wat heeft Maxje het weer goed gedaan hè,’ zei op gehoorsafstand een oude dame tegen een vriendin, die dat volmondig beaamde. Ik staarde glazig naar het zuiden, waar mijn blik stuitte op het industriële complex van Tata Steel. Daar achter lag Zandvoort. Moest dat nou echt, dat circuit voor razende motoren tussen de duinen? Ja, dat moest.

Levenswijze
Nu had ik altijd al een hekel aan autoraces. Dat gescheur en gebulder is niet mijn wereld. Sinds iedereen vindt dat we de opwarming van de aarde moeten afremmen is mijn weerzin alleen maar gegroeid. Iemand als Maxjes concurrent Lewis Hamilton heeft zelf gezegd dat het over de wereld reizende race-circus niet een echt goede levenswijze genoemd kan worden. Maar ook hij racet voort. Zelf rij ik ook nog altijd auto, dus waar heb ik het over? Niet ergeren dus. Maar soms valt dat niet mee.

De heilige Maxje

Mooie mensen
Het valt nog minder mee als het koningshuis en het circuit voor een paar dagen zo goed als samenvallen. Dat was het afgelopen weekend het geval. De koning was twee dagen lang niet van het circuit weg te branden en nam op de racedag zelf zijn hele familie mee. Hij genoot van alles wat hij zag. ‘Het is ongelooflijk te zien hoe iedereen al drie dagen van dit festijn geniet. Mooie sport, mooie mensen bij elkaar, mooie muziek, gewoon op en top. Nederland op zijn allerbest, helemaal fantastisch’, aldus de koning volgens een verslaggever van de streamingsdienst Viaplay.

Op de fiets
De koning was verschrikkelijk trots dat zoveel van die duizenden Nederlandse raceliefhebbers het stuk door de duinen van hun tocht naar het circuit op de fiets hadden volbracht. Volgens hem keek de hele wereld daar met bewondering naar. Inderdaad, zoveel respect voor de natuur, waar vind je dat nog?

.…respect en bewondering…

Verder netwerkte de vorst er lustig op los. Uiteraard onderhield hij zich met neef Bril. Vervolgens voerde hij een schijngevechtje met Rico Verhoeven, waarbij hij net deed of hij de kickbokser een knietje wilde geven. Dat was lachen. Daarna poseerden de twee innig voor de camera’s, de armen om elkaars schouders. Hij sprak met de teamleider van Red Bull en uiteraard met de heilige Maxje himself, die voor Red Bull de race won. Hij heeft vast Maxjes belastingontduiking in Monaco niet aangekaart. Nederlands op zijn best, allemaal fantastische mensen.

Koning praat met neef Bril

Geen wanklank
En dan was er nog André Rieu, die vlak voor de race met zijn orkest het Wilhelmus mocht spelen. Waar dat op sloeg snap ik niet, maar het was weer een fantastische gebeurtenis zonder ook maar enige wanklank. Daarna vervoegde de koning van de wals zich bij zijn collega’s in de koninklijke loge, waar hij met koningin Maxima koutte over het muziekonderwijs op onze scholen. Ze waren het erover eens dat daar veel aan schort.

Tot ik dat hoorde had ik mijn ergernis aardig onder controle, maar toen brak er iets. Ik weet nooit precies wanneer of waardoor de ontroering bij mij toeslaat, maar onverhoeds maakte ergernis zich van mij meester. Toen ik daar later over nadacht schoot het gedicht ‘Jonge sla’ van Rutger Kopland me te binnen.

Met excuses aan Rutger Kopland zaliger.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.