Onze meest fundamentele angst is die voor de dood, zo vernamen we toen we op pinksterzondag een lezing over de dood bezochten. Het ging niet over de uitstorting van de heilige geest, waaraan de kerk ons met Pinksteren wil herinneren, maar het staat er ook niet helemaal los van.
Ik beken het maar eerlijk: de dood boeit mij, omdat hij gezien mijn leeftijd elk ogenblik kan toeslaan. Met een kleine dertig andere bejaarden beluisterden mijn vrouw en ik de Nijmeegse psychologieprof dr. Enny Das, die daarvoor was uitgerukt naar Kunsthal Artphy in Wessinghuizen, waar ze behalve aan kunst ook aan filosofie doen, althans aan praatjes over zaken die je nooit zeker kunt weten. Wessinghuizen is een vlek in Westerwolde, een stuk van Groningen dat zo mooi is dat je er dood nog wel wilt liggen. Toevallig is het bij ons om de hoek, dus wij boffen maar weer.


Paradox
Wij leren niet ons tot de dood te verhouden, betoogde mevrouw Das. De gedachte aan de dood kan ons verlammen, daarom proberen we die uit ons bewustzijn te duwen. Van dat verdringen zijn we ons niet bewust en misschien maken we de dood er juist groter mee, oppert ze. Tegelijkertijd signaleert zij een paradox: De dood is niet weg te slaan uit de literatuur, schilderkunst of films. Ze had er wat mij betreft ook nog religie aan toe mogen voegen. In haar lezing gebruikte ze vooral film als voorbeeld, in films wordt naar hartelust gemoord, dood geslagen en gestorven. ‘Toch wel apart, dat je dat actief opzoekt’, zei ze. ‘Is dat misschien een vermijdingsstrategie?’

Vliegsimulator
De prof vergeleek de bioscoopzaal (of de luie stoel voor de tv) met een vliegsimulator. Vanuit een comfortabele positie kun je dankzij films relaxt snuffelen aan de dood. Je wordt meegenomen in een verhaal, verplaatst je misschien wel in de persoon die sterft en in degene die achterblijft. Haar vraag is: leren we hier iets van? Gezien de titel van haar lezing: Voorbij de angst voor de dood; de kracht van de verbeelding, zou je verwachten dat dat zo is. En inderdaad, het brengt sommigen tot acceptatie van de dood, zo concludeert ze uit onderzoek. Maar dat gaat niet op voor iedereen. Sommigen leren er niks van.

Boekje open
Als ervaringsdeskundige kan ik daar een boekje over open doen. In mijn lagereschooltijd vertoonde schouwburg de Harmonie in Leeuwarden op zaterdagmiddagen jeugdfilms. Voor twee kwartjes konden kinderen dan genieten van verantwoorde films. Het waren geliefde uitjes voor verjaarspartijtjes. Van een van die films herinner ik me de slotscène. Een schip vergaat op zee, een jongetje dat meevaart wordt gered, maar de oude zeebonk, die zich aan boord over hem heeft ontfermd en van wie hij zielsveel is gaan houden, wil zich niet laten redden. De smeekbedes van het jongetje ten spijt zegt hij, terwijl zijn hoofd tussen de wrakstukken nog boven het water uitsteekt, dat hij liever verdrinkt. Dan zinkt het hoofd voor de ogen van het ontstelde jongetje de diepte in. Hartverscheurend. Als ik er aan terugdenk springen de tranen me weer in de ogen. De kracht van deze verbeelding werkt dus zeventig jaar later nog door. Ik heb er vast veel van geleerd, al heb ik geen idee wat, maar ‘acceptatie’ was het niet.

Fietsen
Mevrouw Das liet ons een tekenfilmpje zien. Father and Daughter heet het, gemaakt door Michaël Dudok de Wit. Een prachtig filmpje, u kunt het vinden op youtube. Je ziet een vader met zijn dochtertje fietsen tot ze bij een meer afstappen. De vader omhelst zijn dochter, stapt in een bootje en roeit voor altijd weg. Daarna zie je de levensloop van de dochter, die opgroeit, kinderen krijgt, maar steeds terugkeert naar de plek waar haar vader verdween. Tenslotte is ze oud en gaat ze zelf het meer op. Daar vindt ze een oud roeibootje waarin ze gaat liggen en sterft. Vanaf een afstandje staat haar vader toe te kijken. Ze staat op en gaat naar hem toe, steeds jonger wordend en harder rennend, totdat ze hem als het meisje van wie hij weg roeide in de armen vliegt.
Voor wie gelooft in een hiernamaals is dit vermoedelijk heel troostrijk; een feest voor hard core verdringers, types die geloven in uitstortingen van heilige geesten, zeg maar.
Als je het interpreteert als een laatste visioen van de oude vrouw voordat ze sterft gaat het over verlating, een verdriet dat iemand tot zijn laatste snik in de greep kan houden. Knap als je het dan droog houdt, dacht ik toen we door een striemende regen terugliepen naar de auto.

4 reacties
Naar het reactie formulier
Op de dood na is niets zeker in het leven van ons stervelingen. Stervelingen! Is dat niet een woord dat wij vaker zouden moeten gaan gebruiken?! Eigenlijk kan je niet zonder. Je kan ook niet zonder Westerwolde, maar wel zonder Das.
Geweldige vondst, die Willy Alfredo-achtige teksten. Galgenhumor tussen ernstige overpeinzingen door. Is dat niet de basis voor acceptatie van de dood. De dood en vooral jezelf relativeren ( op je Willy’s) en de dood en jezelf in de laatste fase van je leven serieus nemen ( je verdiepen in hoe anderen het hebben gedaan ). En dat doe je!
omarm de dood. druk haar niet weg. de dood is overal. als je fietst, fietst de dood mee. als je huilt, is de dood nabij. maar ook als je lacht is de dood in de buurt. zo’n trouwe metgezel kun je beter vrienden mee worden. dan wordt het een stuk gezelliger.
Ik dacht het ergens altijd al. Maar nu is het gedaan. Piter is opgestaan. Een filosoof van klasse maakte zich heden aan ons bekend. Wat een scribent! Compliment!